ECLI:NL:RBZWB:2025:4067

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 juli 2025
Publicatiedatum
1 juli 2025
Zaaknummer
BRE 24/6668 PW
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering indicatie beschut werk op grond van de Participatiewet

Op 1 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. R.S. Vriend, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 6 augustus 2024, waarin hem een indicatie beschut werk werd geweigerd op basis van de Participatiewet. Eiser ontvangt een WIA-uitkering en had op 21 november 2023 een aanvraag ingediend bij het UWV voor een indicatie beschut werk. Het UWV adviseerde de gemeente om geen indicatie af te geven, wat leidde tot het primair besluit van 26 februari 2024 van het college om de aanvraag te weigeren. Eiser maakte bezwaar, maar het college handhaafde zijn standpunt na aanvullend advies van het UWV.

Tijdens de zitting op 20 mei 2025 werd het beroep behandeld. Eiser voerde aan dat het college niet had aangetoond dat hij geen intensieve begeleiding nodig had, en verwees naar een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek door de arbeidsdeskundigen zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen bewijs was dat eiser niet in staat was om met reguliere begeleiding te werken. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat eiser geen proceskostenvergoeding of griffierecht vergoed zou krijgen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/6668 PW

uitspraak van 1 juli 2025 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser,

gemachtigde: mr. R.S. Vriend,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen(het college), verweerder, gemachtigde: [gemachtigde] .

Procesverloop

1. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 6 augustus 2024 (bestreden besluit) inzake de weigering om aan hem een indicatie beschut werk toe te kennen op grond van de Participatiewet.
1.1.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 20 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiser ontvangt een WIA-uitkering. Op 21 november 2023 heeft hij bij het UWV een aanvraag ingediend voor een advies ‘Indicatie beschut werk’ als bedoeld in artikel 10b, tweede en derde lid, van de Participatiewet.
2.1.
Bij brief van 16 januari 2024 heeft het UWV aan eiser laten weten dat het UWV de gemeente zal adviseren om geen indicatie beschut werk af te geven. Het UWV heeft daarbij verwezen naar een rapport van de arbeidsdeskundige SMZ van diezelfde datum. Volgens de arbeidsdeskundige heeft eiser geen (intensieve) begeleiding nodig om te kunnen werken.
2.2.
Het college heeft bij primair besluit van 26 februari 2024, onder verwijzing naar het
advies van het UWV, geweigerd om aan eiser een indicatie beschut werk toe te kennen.
2.3.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
2.4.
In bezwaar heeft het college het UWV verzocht om nader te adviseren. Dit heeft
geleid tot een rapportage van arbeidsdeskundige bezwaar en beroep [deskundige] van 20 juni 2024. Zij concludeert dat er geen aanleiding is om af te wijken van de conclusie van de arbeidsdeskundige SMZ.
2.5.
Met het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Volgens het college is niet gebleken dat eiser permanent toezicht nodig heeft of intensieve begeleiding die niet binnen redelijke grenzen door een reguliere werkgever kan worden geboden.
3. Eiser voert aan dat het aan het college is om aan te tonen dat hij niet is aangewezen op intensieve begeleiding, en niet andersom. Hij verwijst hierbij naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 9 januari 2024 (ECLI:NL:CRVB:2024:36). Hier is niet aan voldaan. Eiser heeft permanente begeleiding nodig. Een gewone werkgever is hiertoe niet bereid. Uit het coachingstraject van Werkfit blijkt dat hij zonder constante begeleiding tot weinig of niets komt. De arbeidsdeskundigen hebben het onderzoek onvolledig en niet juist uitgevoerd. Het college stelt zich dan ook ten onrechte op het standpunt dat het rapport vanuit het UWV is opgesteld met inachtneming van artikel 3, eerste lid, sub a en b van het Besluit advisering beschut werk.
4. In geschil is of aan eiser terecht geen indicatie beschut werk op grond van de Participatiewet is toegekend.
4.1.
Op grond van artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet biedt het college een voorziening beschut werk aan indien is vastgesteld dat de betrokkene uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.
Op grond van de artikelen 2 en 3 van het Besluit advisering beschut werk verricht het UWV onderzoek en adviseert het college of de betrokkene is aangewezen op permanent toezicht of intensieve begeleiding die niet binnen redelijke grenzen door een reguliere werkgever kan worden geboden.
Uit de tekst en totstandkomingsgeschiedenis van artikel 10b van de Participatiewet kan worden afgeleid dat iemand voor een beschutte werkplek in aanmerking kan komen als hij onder meer is aangewezen op intensieve begeleiding die de reguliere beschikbare begeleiding, zoals bijvoorbeeld een jobcoach, overstijgt. Als kenmerken van beschut werk zijn bijvoorbeeld genoemd: een prikkelarme werkomgeving, vergaand gestructureerd werk, geen productiedruk en geïsoleerd werk. Deze aanpassingen zijn volgens de wetgever binnen een gewoon bedrijf niet goed te realiseren. [1]
Onder intensieve begeleiding wordt begeleiding verstaan waarbij de betreffende persoon elk dagdeel begeleiding nodig heeft die een substantiële onderbreking van het werkproces tot gevolg heeft. [2]
4.2.
Naar het oordeel van de rechtbank is het onderzoek door de arbeidsdeskundigen voldoende zorgvuldig geweest. Zij hebben dossieronderzoek gedaan, eiser gesproken en alle relevante stukken betrokken, waaronder het Werkfit-traject. Ook hebben zij de WIA-besluitvorming in hun beoordeling meegenomen. Er zijn geen aanwijzingen dat de in de rapporten van de arbeidsdeskundigen opgenomen conclusies niet juist zijn. In de door eiser overgelegde stukken, waaronder het coachingstraject van Werkfit, heeft de rechtbank geen aanknopingspunten gevonden voor een andersluidend oordeel. Uit deze stukken volgt weliswaar dat eiser begeleiding nodig heeft maar niet dat deze begeleiding niet van een reguliere werkgever kan worden gevergd.

Conclusie

5. Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond. Omdat het beroep ongegrond wordt verklaard, krijgt eiser geen proceskostenvergoeding. Ook krijgt eiser het griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Oulad el Hadj, griffier, op 1 juli 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen (https://mijn.rechtspraak.nl/keuze)” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.

Voetnoten

1.TK 2016-2017, 34 578, nr. 6, p. 33.
2.Kennisdocument Beschut Werk in de Participatiewet, april 2024, pagina 10.