ECLI:NL:RBZWB:2025:3987

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 juni 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
23/11940
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S. Hindriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepasselijke letselcategorie voor uitkering door Schadefonds Geweldsmisdrijven

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van het Schadefonds op zijn aanvraag om uitkering uit het Schadefonds. Het Schadefonds heeft deze aanvraag met het besluit van 26 juni 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 3 november 2023 is het bezwaar van eiser gegrond verklaard en is aan hem een uitkering toegekend van € 2.500,00. Eiser is wegens betalingsonmacht voorlopig vrijgesteld van de verplichting om griffierecht te betalen. De rechtbank heeft het beroep op 23 juni 2025 op zitting behandeld. Eiser heeft het Schadefonds op 10 januari 2023 verzocht om een uitkering uit het fonds, omdat hij op 3 september 2022 slachtoffer is geworden van een steekincident in Bergen op Zoom. Eiser werd door de verdachte meermalen met een mes gestoken en liep hierdoor letsel op. Het Schadefonds heeft de aanvraag van eiser afgewezen, omdat uit het dossier van de politie niet naar voren is gekomen wat de aanleiding voor de steekpartij was. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en zijn bezwaar toegelicht tijdens een hoorzitting op 13 oktober 2023. In het bestreden besluit heeft het Schadefonds het bezwaar van eiser gegrond verklaard en alsnog een uitkering van € 2.500,00 aan hem toegekend. De rechtbank beoordeelt of het Schadefonds op goede gronden een uitkering heeft toegekend aan eiser. De rechtbank is van oordeel dat het Schadefonds op goede gronden een uitkering heeft toegekend aan eiser. De rechtbank overweegt dat het Schadefonds bij het nemen van beslissingen op verzoeken om een uitkering beslissingsruimte heeft en dat het Schadefonds daaraan invulling heeft gegeven in beleid. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/11940

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juni 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. G.Z.U. Viragh),
en

Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, verweerder (hierna: Schadefonds)

(gemachtigde: mr. J.C.M. van de Weerd).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van het Schadefonds op zijn aanvraag om uitkering uit het Schadefonds.
1.1.
Het Schadefonds heeft deze aanvraag met het besluit van 26 juni 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 3 november 2023 is het bezwaar van eiser gegrond verklaard en is aan hem een uitkering toegekend van € 2.500,00.
1.2.
Eiser is wegens betalingsonmacht voorlopig vrijgesteld van de verplichting om griffierecht te betalen.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 23 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van eiser deelgenomen. Het Schadefonds is – met voorafgaand bericht – niet verschenen.

Totstandkoming van het besluit

2. Eiser heeft het Schadefonds op 10 januari 2023 verzocht om een uitkering uit het fonds, vanwege het feit dat hij op 3 september 2022 slachtoffer is geworden van een steekincident in Bergen op Zoom. Eiser werd door de verdachte meermalen met een mes gestoken in zijn rechterbovenbeen en bil en liep hierdoor letsel op. Vervolgens stond de verdachte dreigend met het mes voor de neus van eiser. Eiser heeft aangifte gedaan bij de politie.
3. Met een besluit van 26 juni 2023 heeft het Schadefonds de aanvraag van eiser afgewezen, omdat uit het dossier van de politie niet naar voren is gekomen wat de aanleiding voor de steekpartij was en wat de exacte omstandigheden waren waaronder het gebeurde.
4. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Eiser heeft zijn bezwaar toegelicht tijdens een hoorzitting op 13 oktober 2023.
5. In het bestreden besluit heeft het Schadefonds het bezwaar van eiser gegrond verklaard en alsnog een uitkering van € 2.500,00 (letselcategorie 2) aan hem toegekend.

Beoordeling door de rechtbank

6. De rechtbank beoordeelt of het Schadefonds op goede gronden een uitkering van
€ 2.500,00 (letselcategorie 2) heeft toegekend aan eiser. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
7. De rechtbank is van oordeel dat het Schadefonds op goede gronden een uitkering van € 2.500,00 (letselcategorie 2) heeft toegekend aan eiser. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wettelijk kader
7.1.
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Beroepsgronden
8. Eiser stelt dat zijn schade hoger is dan het hem toegekende bedrag. Hij voert daartoe aan dat hij psychisch en mentaal ernstig is aangedaan door wat hem is overkomen, dat hij nog steeds telefonisch wordt bedreigd door de dader en dat hij door de gebeurtenissen zijn woonplaats heeft moeten verlaten en zijn opleiding tot beveiliger heeft moeten stopzetten. Volgens eiser dient daarom aansluiting te worden gezocht bij categorie 3 van de letsellijst.
Griffierecht
9. Eiser heeft vanwege betalingsonmacht verzocht om vrijstelling van de betaling van het griffierecht. De rechtbank is van oordeel dat dit verzoek kan worden toegewezen, omdat is gebleken dat eiser in de periode van 20 december 2023 (toen de griffier hem voor de eerste maal op de verschuldigdheid van het griffierecht heeft gewezen) tot 17 januari 2024 (toen het griffierecht uiterlijk op de rekening van de rechtbank bijgeschreven had moeten zijn, dan wel ter griffie had moeten zijn gestort) blijkens de ontvangen bankafschriften niet beschikte over voldoende inkomen of vermogen. [1]
Wat is de toepasselijke letselcategorie?
10. Aan het bestreden besluit heeft het Schadefonds ten grondslag gelegd dat eiser door een geweldsmisdrijf ernstig letsel opliep, aangezien hij met een mes werd gestoken en daarbij ook rechtstreeks werd bedreigd met dit mes en dat een uitkering van € 2.500,- in letselcategorie 2 van de Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: de Letsellijst) daarvoor passend is.
11. Eiser stelt dat letselcategorie 3 van de Letsellijst van toepassing is gelet op de gevolgen die het incident voor hem heeft gehad en het psychische letsel dat hij hieraan heeft overgehouden.
12. De rechtbank overweegt dat het Schadefonds bij het nemen van beslissingen op verzoeken om een uitkering als bedoeld in artikel 3 van de Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven (Wsg) beslissingsruimte heeft en dat het Schadefonds daaraan invulling heeft gegeven in beleid. Dit beleid is neergelegd in de Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven en de Letsellijst. In de hier toepasselijke Letsellijst van 1 november 2022 is onderscheid gemaakt tussen fysiek letsel (hoofdstuk 1) en psychisch letsel (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 2 is een opsomming gegeven van geweldsmisdrijven, waarbij zonder medische informatie wordt voorondersteld dat de misdrijven tot psychisch letsel hebben geleid, waarbij als uitgangspunt geldt: hoe ernstiger de misdrijven, des te hoger de letselcategorie (en de bijbehorende uitkering).
13. De categorie wordt in het geval van eiser bepaald door het psychisch letsel, omdat het meest ernstige letsel leidend is voor de indeling in een letselcategorie. [2]
Blijkens de Letsellijst zijn de uitgangspunten in geval van psychisch letsel voor een uitkering in letselcategorie 2:
 Rechtstreekse bedreiging met een mes*, eventueel met fysiek geweld of het toebrengen van oppervlakkige snij- of steekverwonding(en).
De uitgangspunten in geval van psychisch letsel voor een uitkering in letselcategorie 3 zijn:
 Rechtstreekse bedreiging met een mes*, naar de aard en gevolgen ernstiger dan categorie 2. Bijvoorbeeld met een zware mishandeling of het toebrengen van snij- of steekverwonding(en) waarbij inwendige organen en/of vitale structuren zijn geraakt.
14. Aan het Schadefonds komt beleidsruimte toe bij de vaststelling van letselcategorieën en de bijbehorende uitkeringen en beoordelingsruimte bij de beantwoording van de vraag binnen welke categorie het letsel valt. [3]
15. De rechtbank overweegt dat uit de medische informatie van eiser volgt dat hij tijdens het incident oppervlakkige steekwonden heeft opgelopen en dat er geen inwendige organen of vitale structuren in zijn lichaam zijn geraakt. Gelet hierop heeft het Schadefonds naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid aansluiting kunnen zoeken bij letselcategorie 2 van de Letsellijst.
16. Daarbij merkt de rechtbank op dat de gevolgen die de gebeurtenis voor eiser heeft gehad (verhuizen en stoppen met opleiding) bij het bepalen van de toepasselijke letselcategorie geen rol spelen. De letselcategorie wordt enkel gebaseerd op de aard en ernst van het lichamelijke en/of psychische letsel en eventuele beperkingen en afhankelijkheid die daaruit voortvloeien.
17. Eiser heeft gesteld dat hij psychische klachten ervaart als gevolg van het incident. Psychisch letsel is blijkens het beleid echter al voorondersteld op basis van de ernst van de gebeurtenis en dus door het Schadefonds meegewogen bij het bepalen van de toepasselijke letselcategorie. Dat in dit geval sprake is van dusdanig ernstig psychisch letsel of andere omstandigheden die maken dat een hogere letselcategorie passend zou zijn, is niet (met medische stukken) onderbouwd.

Conclusie en gevolgen

18. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaren.
19. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Hindriks, rechter, in aanwezigheid van mr. C.F.E.M. Mes, griffier, op 26 juni 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet schadefonds geweldsmisdrijven(Wsg)

Artikel 3

1. Uitkering kan worden gedaan
a. aan een ieder die ten gevolge van een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf dan wel schuldverkrachting of schuldaanranding, ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft bekomen;
(…)
Beleidsbundel schadefonds geweldsmisdrijven
1.2
Ernstig fysiek of psychisch letsel
Om voor een uitkering in aanmerking te komen, moet het geweldsmisdrijf ernstig fysiek of psychisch letsel hebben veroorzaakt (artikel 3 van de Wet). De ernst van het letsel wordt bepaald aan de hand van de aard en de gevolgen van het letsel. Het Schadefonds vindt letsel ernstig als het langdurige of blijvende ernstige medische gevolgen heeft.
(…)
1.2.1
Medische informatie
Het Schadefonds heeft medische informatie nodig om het letsel te kunnen beoordelen.
(…)
1.2.2
Letsellijst
Het Schadefonds heeft een letsellijst ontwikkeld om het opgelopen letsel in een letselcategorie in te kunnen delen. Deze letsellijst is te raadplegen op www.schadefonds.nl. De letsellijst bevat richtlijnen welk fysiek en psychisch letsel volgens het Schadefonds als voldoende ernstig kan worden aangemerkt in de zin van de Wet om een uitkering te rechtvaardigen.
De letsellijst maakt onderscheid tussen zes letselcategorieën, waaraan vaste uitkeringsbedragen zijn gekoppeld. Op basis van de ernst van het opgelopen letsel en de omstandigheden waaronder het geweldsmisdrijf is gepleegd, bepaalt het Schadefonds welke letselcategorie van toepassing is en welk uitkeringsbedrag hierbij hoort (zie hoofdstuk E).
1.2.3
Vooronderstellen van ernstig letsel
Bij verschillende geweldsmisdrijven kan het Schadefonds zonder beoordeling van medische informatie ernstig psychisch letsel vooronderstellen. Dit doet het dan op basis van de toedracht van het geweldsmisdrijf. Het gaat om geweldsmisdrijven, die op zichzelf zo ernstig zijn, dat ze vrijwel altijd een grote impact zullen hebben op het slachtoffer.
Bij de volgende geweldsmisdrijven kan het Schadefonds ernstig letsel vooronderstellen: (…) bedreigingen met messen of vuurwapens, (…)
Hieronder is per geweldsmisdrijf beschreven wanneer ernstig letsel wordt voorondersteld. In deel 2A van de letsellijst is aangegeven welke letselcategorie hierbij past. De hoogte van de letselcategorie is afhankelijk van de ernst en de gevolgen van het geweldsmisdrijf. Is het daadwerkelijk opgelopen letsel ernstiger, dan wordt de daarbij passende letselcategorie
aangehouden.
(…)
Rechtstreekse bedreiging met mes of vuurwapen
Het Schadefonds vooronderstelt ernstig letsel als een slachtoffer rechtstreeks is bedreigd met een mes of vuurwapen. Een bedreiging met een mes of vuurwapen is rechtstreeks als de bedreiging op de persoon van het slachtoffer is gericht (het slachtoffer is zich op dat moment bewust van het wapen) op een voor het wapen redelijkerwijs bruikbare afstand.
Daarbij moet het slachtoffer op het moment van de bedreiging in de veronderstelling verkeren dat het om een echt wapen gaat. (…)

De uitkering

(…)

Hoe wordt de uitkering bij letsel bepaald?

Het Schadefonds kan een uitkering verstrekken aan slachtoffers van geweldsmisdrijven, die daardoor ernstig fysiek of psychisch letsel hebben opgelopen. Bij het bepalen van de hoogte van de uitkering gebruikt het Schadefonds zes letselcategorieën, waaraan zes oplopende vaste bedragen zijn gekoppeld. Dit is hieronder schematisch weergegeven.
Letselcategorie
(…)
2 € 2.500
3 € 5.000
(…)
De hoogte van de uitkering hangt af van de ernst en gevolgen van het fysieke of psychische letsel en de omstandigheden waaronder het geweldsmisdrijf is gepleegd. Hierbij geldt: hoe ernstiger het letsel, de gevolgen en de omstandigheden zijn, hoe hoger de letselcategorie en de bijbehorende uitkering.
(…)
Letsellijst schadefonds geweldsmisdrijven
(…)

2. Psychisch letsel

2A. Vooronderstellen van ernstig psychisch letsel op basis van het geweldsmisdrijf
De lijst hieronder geeft een indicatie bij welke geweldsmisdrijven het Schadefonds zonder beoordeling van medische informatie ernstig psychisch letsel kan vooronderstellen en welke letselcategorie daarbij past. Of ernstig psychisch letsel wordt voorondersteld en welke letselcategorie hierbij past, bepaalt het Schadefonds op basis van de omstandigheden van het geval.
(…)
Letselcategorie 2
(…)
 Rechtstreekse bedreiging met een mes*, eventueel met fysiek geweld of het toebrengen van oppervlakkige snij- of steekverwonding(en).
(…)
Letselcategorie 3
(…)
 Rechtstreekse bedreiging met een mes*, naar de aard en gevolgen ernstiger dan categorie 2. Bijvoorbeeld met een zware mishandeling of het toebrengen van snij- of steekverwonding(en) waarbij inwendige organen en/of vitale structuren zijn geraakt.
(…)
* Een bedreiging met een mes of vuurwapen is rechtstreeks als de bedreiging met het wapen op de persoon van het slachtoffer is gericht (het slachtoffer is zich op dat moment bewust van het wapen) op een voor het wapen redelijkerwijs bruikbare afstand. Daarbij moet het slachtoffer op het moment van de bedreiging in de vooronderstelling verkeren dat het om een echt wapen gaat. Als een bedreiging met een mes of vuurwapen niet rechtstreeks is, dan kan wel nog sprake zijn van een bedreiging. In dat geval onderzoekt het Schadefonds of door die bedreiging ernstig psychisch letsel is opgelopen.

Voetnoten

1.Centrale Raad van Beroep (CRvB) 16 juni 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1258, r.o. 4.4-4.5.
2.Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) 13 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4625, r.o. 10.
3.ABRvS 13 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4625, r.o. 14.