In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juni 2025, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 5 december 2023 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 12 februari 2025 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen twee weken na verzending van deze uitspraak een besluit moet nemen. Tevens wordt verweerder opgedragen om binnen elf weken een vooraankondiging te verzenden. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de termijn voor de vooraankondiging wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor haar proceskosten van € 453,50, omdat de gemachtigde een beroepschrift heeft ingediend. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.