ECLI:NL:RBZWB:2025:3368

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
11351743 MB VERZ 24-1390
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijk gegrond beroep tegen verkeersboete wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Rijksweg (A16) te Prinsenbeek op 4 mei 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 13 mei 2025 was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. I.M.E. van der Meijden, was wel aanwezig.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is aangetoond door de verklaring van de verbalisant. Betrokkene voerde aan dat de boete onterecht was opgelegd, omdat de verbalisanten onrechtmatig op de vluchtstrook hadden gereden. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging, tenzij er specifieke feiten zijn die aan de juistheid van die verklaring twijfelen. De kantonrechter zag geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.

Wel werd vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat leidde tot een matiging van de boete met 25%. De kantonrechter verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond en wijzigde de beslissing van de officier van justitie, waardoor de boete werd gematigd tot € 285,- plus € 9,- administratiekosten. Tevens werd de officier van justitie opgedragen het bedrag van € 95,- dat betrokkene te veel had betaald aan zekerheid terug te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer.: 11351743 \ MB VERZ 24-1390
CJIB-nummer: 5062 5422 5763 1201
uitspraakdatum: 13 mei 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 mei 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. I.M.E. van der Meijden (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de Rijksweg (A16) te Prinsenbeek op 4 mei 2023 om 07:56 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete onterecht is opgelegd. Hij stelt dat sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs, omdat de verbalisanten onrechtmatig op de vluchtstrook reden. Betrokkene stelt dat volgens de eigen website van de politie het gebruik van de vrijstelling voor het rijden over de vluchtstrook alleen is toegestaan als het in die situatie noodzakelijk was. Betrokkene ontkent dat sprake was van een noodzaak, dan wel noodsituatie. Betrokkene reed stapvoets en/of stond stil bij de afslag als gevolg van een lichte opstopping/file. De verbalisant (samen met zijn twee collega’s) reed langzaam over de vluchtstrook, maakte geen haast om betrokkene staande te houden en nam de tijd voor het afnemen van het proces-verbaal.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het is niet aan betrokkene om voor de verbalisanten te bepalen of het is toegestaan op de vluchtstrook te rijden. Centraal staat de verklaring van de verbalisant waar de zittingsvertegenwoordiger niet aan twijfelt. Wel is de redelijke termijn overschreden, waardoor de boete met 25% gematigd dient te worden.

Overwegingen

Inhoudelijk
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
Of de verbalisant al dan niet rechtmatig gebruik maakte van de vluchtstrook is hierbij niet relevant. In de eerste plaats gelden in het kader van de Wahv niet de strafrechtelijke bewijsregels. Bovendien, zo al sprake zou zijn van onrechtmatig gebruik van de vluchtstrook, dan is dat niet onrechtmatig jegens betrokkene en doet dit ook niet af aan de waarneming van de verbalisant. Het levert dan ook geen inbreuk op het recht van een eerlijk proces op.
De boete is dus terecht opgelegd.
Overschrijding redelijke termijn
Iedereen heeft recht op behandeling van zijn rechtszaak binnen een redelijke termijn (artikel 6, lid 1 van het EVRM). Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:GHARL:2017:1777) is sprake van schending van die redelijke termijn van berechting wanneer de procedure bij de officier van justitie en de kantonrechter tezamen langer dan twee jaar heeft geduurd. Deze termijn vangt aan bij het opleggen van de boete.
In dit geval is de boete opgelegd op 4 mei 2023 en is de redelijke termijn dus met meer dan een week overschreden.
Omdat sprake is van een overschrijding zal de kantonrechter de boete matigen met 25% (zie ECLI:NL:GHARL:2023:6369). De kantonrechter zal het beroep gegrond verklaren en de feitcode en het boetebedrag wijzigen. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 285,-, plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 95,- dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2025.
De griffier is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: