ECLI:NL:RBZWB:2025:3174

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 maart 2025
Publicatiedatum
23 mei 2025
Zaaknummer
11161009 \ MB VERZ  24-763
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestuurlijke boete wegens hinder veroorzaken door afvaldump

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 maart 2025 uitspraak gedaan over een beroep tegen een bestuurlijke boete die aan de betrokkene was opgelegd wegens het veroorzaken van hinder door het dumpen van afval. De betrokkene had bezwaar gemaakt tegen de boete, maar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. De betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 11 maart 2025 is de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de betrokkene en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van bezwaar overschreden was, maar heeft deze overschrijding verschoonbaar geacht, omdat het college niet kon aantonen wanneer de boete was verzonden. Hierdoor werd het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De kantonrechter heeft vervolgens het bezwaar inhoudelijk beoordeeld en geconcludeerd dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene verantwoordelijk was voor het aangetroffen afval en dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd gegrond verklaard, maar het bezwaar tegen de boete werd ongegrond verklaard, en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer.: 11161009 \ MB VERZ 24-763
beschikkingsnummer: 09022413332740614200
uitspraakdatum: 11 maart 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep inzake een boete op grond van artikel 154b van de Gemeentewet
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. R.F.M. Gerritsen

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een bestuurlijke boete opgelegd. Betrokkene heeft daartegen bezwaar gemaakt bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda (hierna: het college). Het college heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Tegen dat besluit is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 maart 2025. Namens het college zijn verschenen [zittingsvertegenwoordiger 1] en [zittingsvertegenwoordiger 2] (hierna: zittingsvertegenwoordigers). Gemachtigde is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: hinder veroorzaken, door een stof op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten op 9 februari 2024 om 13:33 uur op het [straat].
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene heeft slechts een vuilniszak naast een container dan wel boven op de container geplaatst, waarna deze naast de container terecht is gekomen. Vervolgens is betrokkene beboet voor het dumpen van afval. De andere spullen zijn echter niet van betrokkene afkomstig. Slechts de afvalzak behoorde aan hem toe. Betrokkene vindt het dan ook onredelijk dat de conclusie is getrokken dat al het gedumpte afval in de steeg van hem afkomstig is. Ook is betrokkene zich bewust van het feit dat hij huishoudelijk afval had moeten aanbieden op een voorgeschreven wijze. Deze gedraging valt echter in zijn optiek onder de gedraging als bedoeld in een van de leden van artikel 10 van de Afvalstoffenverordening. Gemachtigde verzoekt om een proceskostenvergoeding.
Ter zitting heeft gemachtigde over de termijnoverschrijding aangevoerd dat betrokkene op 5 april 2024 de aanmaning ontving, waarna betrokkene contact opnam met gemachtigde. Inhoudelijk heeft gemachtigde toegevoegd dat sprake is van een duidelijk verschil wat betreft de gedraging. Volgens gemachtigde is geen sprake van overtreding van artikel 14 van de Afvalstoffenverordening, maar van artikel 10. Betrokkene geeft aan dat het niet klopt wat hij deed, maar de vuilniszak behoort tot huishoudelijk afval. Ook is het een feit van algemene bekendheid dat als gekeken wordt naar het afval, aannemelijk is dat er afval van anderen tussen ligt. Verbalisanten hebben enkel het adres van betrokkene kunnen vinden, terwijl over al de andere zakken niets is te lezen in het dossier. Gemachtigde vermoedt dat in de andere zakken wel afval van anderen is aangetroffen, maar met een ander adres dan van betrokkene. Om die reden is sprake van huishoudelijk afval, wat volgens gemachtigde ook uit de ter zitting getoonde foto blijkt. Sprake is van het tweede lid van artikel 10, aangezien het afval buiten het perceel staat. Gemachtigde vraagt zich af of het boetebedrag proportioneel is voor het enkel onjuist aanbieden van één zak. Kijkend naar de gehele situatie is bij een zak met daarin slechts een brief geen sprake van dumping, maar van het onjuist aanbieden van huishoudelijk afval.
De zittingsvertegenwoordiger heeft over de termijnoverschrijding aangevoerd dat zij als gemeente niet aannemelijk kunnen maken dat de eerste boete is verzonden, maar alleen aan kunnen tonen dat de batch verzonden is. Daaruit blijkt echter niet of deze boete daadwerkelijk is verzonden. Na het ontvangen van de aanmaning hanteert de gemeente een termijn van zes weken voor het indienen van bezwaar. In dit geval dateert de aanmaning van 5 april 2024, waardoor het ontvangen bezwaarschrift van 17 april 2024 ontvankelijk is. Voorgesteld wordt om de termijnoverschrijding te passeren en het beroep inhoudelijk te behandelen. Inhoudelijk heeft de zittingsvertegenwoordiger verzocht het beroep ongegrond te verklaren. Er is geen sprake van het onjuist aanbieden van afval, aangezien er geen container staat, maar het afval gewoon op een plein is gezet. Betrokkene is enkel beboet voor het afval dat tot betrokkene is te herleiden. In dit geval betreft dat enkel de afvalzak. Deze zak lag niet bij een container, maar tussen ander afval.

Overwegingen

Ontvankelijkheid bezwaar
Voor het indienen van bezwaar geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 31 maart 2024. Het bezwaarschrift is echter pas op 17 april 2024 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld.
De kantonrechter is van oordeel dat de termijnoverschrijding voor het indienen van bezwaar bij het college verschoonbaar is. Daarbij is van belang dat door de gemeente niet kan worden aangetoond wanneer de boete is verzonden. De kantonrechter is het met de zittingsvertegenwoordiger eens dat aan betrokkene het voordeel van de twijfel moet worden gegeven en ziet aanleiding om de termijnoverschrijding te passeren.
Het college heeft het bezwaar dus ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat het beroep tegen die beslissing gegrond is en dat die beslissing moet worden vernietigd.
De kantonrechter zal vervolgens het bezwaar tegen de boete inhoudelijk beoordelen.
Inhoudelijk
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de foto’s - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
Volgens vaste jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2022:4106) mag in de regel worden aangenomen dat de persoon tot wie de aangetroffen afvalstoffen kunnen worden herleid, ook de overtreder is. Dat noemt men het bewijsvermoeden. Dat is anders indien die persoon aannemelijk maakt dat hij niet degene is geweest die het te handhaven voorschrift heeft geschonden.
In dit geval is het aangetroffen afval tot betrokkene te herleiden. Dit wordt feitelijk ook niet ontkend. De kantonrechter stelt vast dat er huisvuil en huisraad ligt op een plaats waar dat niet hoort. Uit de foto blijkt ook dat het niet bij een container ligt. Volgens de kantonrechter is duidelijk sprake van het dumpen van afval (artikel 14 van de Afvalstoffenverordening) en niet van het onjuist aanbieden van afval. Betrokkene is verantwoordelijk voor de aangetroffen zak die is te herleiden tot hem. Hij heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij niet de overtreder is geweest. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat gemachtigde heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het bezwaar wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de bestreden beslissing op bezwaar van het college;
  • verklaart het bezwaar tegen de beschikking waarbij de boete is opgelegd ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: