ECLI:NL:RBZWB:2025:2874
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake informatiebeschikking door de Belastingdienst
In deze zaak heeft verzoeker, een Nederlander die momenteel in Monaco woont, op 31 januari 2025 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Hij vraagt de voorzieningenrechter om de informatieverzoeken aan buitenlandse autoriteiten op te schorten totdat er een onherroepelijk oordeel is gegeven over de rechtmatigheid van de informatiebeschikking die door de inspecteur van de Belastingdienst is opgelegd. De inspecteur heeft op 4 september 2020 een aanslag erfbelasting opgelegd aan verzoeker, die later is vernietigd. In oktober 2023 heeft de inspecteur een woonplaatsonderzoek aangekondigd, wat leidde tot een informatiebeschikking op 28 augustus 2024. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze informatiebeschikking en vraagt nu om inzage in alle op de zaak betrekking hebbende stukken. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken behandeld en geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang is om de informatieverzoeken op te schorten. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken van verzoeker afgewezen, omdat de inspecteur bevoegd is om informatie aan buitenlandse autoriteiten te vragen en er geen onredelijke handelingen zijn vastgesteld. De voorzieningenrechter heeft ook het verzoek om een dwangsom afgewezen, omdat alle verzoeken zijn afgewezen.