In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een Wajong-uitkering. Eiseres, geboren in 1991, had op 13 juli 2022 een aanvraag ingediend, die door het UWV op 2 maart 2023 werd afgewezen op basis van de conclusie dat zij over arbeidsvermogen beschikt. Eiseres heeft ernstige vermoeidheidsklachten door een prikkelbaar darmsyndroom en een chronisch vitamine B12-tekort, maar het UWV concludeerde dat zij in staat is om een taak te verrichten en het wettelijk minimumloon te verdienen.
De rechtbank heeft de zaak op 28 april 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en een vertegenwoordiger van het UWV aanwezig waren. Eiseres betwistte de conclusie van het UWV en voerde aan dat haar klachten haar arbeidsvermogen duurzaam belemmeren. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres medisch gezien voldoende belastbaar is en dat zij in staat is om een taak uit te voeren, zoals het invoeren van gegevens.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht de Wajong-uitkering heeft geweigerd, omdat eiseres beschikt over arbeidsvermogen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en kent geen proceskostenvergoeding toe aan eiseres. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 mei 2025.