ECLI:NL:RBZWB:2025:2012
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing Wajong-uitkering op basis van duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 april 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Wajong-uitkering beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend bij het UWV, die op 30 maart 2022 werd afgewezen met de mededeling dat zij geen arbeidsvermogen had, maar dat er in de toekomst mogelijk wel arbeidsvermogen kon worden ontwikkeld. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het UWV handhaafde zijn standpunt in een bestreden besluit op 14 juli 2023. De rechtbank behandelde de zaak op 27 maart 2025, waarbij de gemachtigde van eiseres en een vertegenwoordiger van het UWV aanwezig waren.
De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen. De beoordeling is gebaseerd op medische rapportages van verzekeringsartsen, die concludeerden dat eiseres niet over basale werknemersvaardigheden beschikt, maar dat er mogelijkheden zijn voor ontwikkeling. Eiseres voerde aan dat haar situatie stabiel is en dat er geen perspectief op verbetering is, maar de rechtbank oordeelt dat er nog behandelmogelijkheden zijn en dat de situatie van eiseres niet duurzaam is. De rechtbank stelt vast dat op de datum in geding, haar 18e verjaardag op 18 augustus 2022, er nog geen sprake was van een duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht de aanvraag voor de Wajong-uitkering heeft afgewezen, omdat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een uitkering. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en eiseres heeft geen recht op proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierecht. De rechtbank merkt op dat eiseres een herzieningsverzoek heeft ingediend bij het UWV, dat nog in behandeling moet worden genomen, en dat het belangrijk is dat dit verzoek snel wordt beoordeeld.