Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- de ouders hebben inzicht in de (psychologische) gevolgen van de scheiding voor het kind;
- het kind heeft een stem in het scheidingsproces, voelt zich gehoord en gesteund.
- de (gezagdragende) ouders zorgen voor afspraken en beslissingen die in het belang zijn van het kind; (keuze: lichte interventie);
[datum 3] 2025of zoveel eerder als mogelijk is, bij de rechtbank in te dienen.
- welke zorgregeling door de ouders komt het meest tegemoet aan het belang van de minderjarigen?
- hoe dient de regeling qua aard, duur en frequentie vorm gegeven te worden?
- welke andere feiten en/of omstandigheden die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, is niet in voorgaande vraag aan de orde gesteld en is wel van belang om te vermelden?
5.De beslissing
[datum 3] 2025, of zoveel eerder als mogelijk is, de UHA rapportage over het verloop en de resultaten van het (jeugd)hulpverleningstraject bij de griffie van de rechtbank in te dienen;
voorlopigezorgregeling geldt van één weekend per veertien dagen van vrijdagmiddag tot en met zondagavond;