Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats 1], eiser
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
i) de ingezetene kan niet worden bereikt,
ii) van hem is geen aangifte van wijziging van adres of van vertrek ontvangen en
iii) na gedegen onderzoek kunnen geen gegevens over hem worden achterhaald over het verblijf in Nederland, het vertrek uit Nederland en het volgende verblijf buiten Nederland.
- Medewerkers van de gemeente en van Tiwos hebben in totaal vier bezoeken gebracht aan [adres] en geen enkele keer is eiser aangetroffen in de woning.
- Bij het bezoek van 13 december 2023 is wel een mevrouw met haar gezin aangetroffen in de woning.
- Het inschrijfadres maakt een verlaten indruk omdat geen jassen of schoenen zichtbaar zijn in de hal en de gordijnen dicht zitten.
- Tijdens buurtonderzoek hebben verschillende buurtbewoners verklaard dat ze eiser bijna nooit in de woning zien, dat hij verblijft bij zijn vriendin en dat soms andere personen in de woning verblijven.
- Het waterverbruik in 2022-2023 van gemiddeld 15 m3 per jaar is veel lager dan het gemiddelde van een eenpersoonshuishouden. Het waterverbruik in 2023-2024 was volgens het college wel vergelijkbaar met het gemiddelde, maar dit verklaart het college omdat verschillende personen verbleven in de woning.
- Het energieverbruik in januari en februari 2023 was onder gemiddeld terwijl in de maand december sprake was van een verbruik gelijk aan wat een eenpersoonshuishouden verbruikt in vijf maanden.
- Eiser biedt heel weinig afval aan. Restafval/GFT is slechts vier keer aangeboden in 2023 en twee keer tot en met april 2024. Een gedeelte van het afval is van de buurman, die soms gebruik maakt van de Gft-container van eiser.
- Eiser is tijdens een controle van de gemeente Waalwijk aangetroffen in de woning bij zijn vriendin in [plaats 2].
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden van 11 september 2024;
- herroept het primaire besluit van 25 april 2024 voor zover dit ziet op de uitschrijving van eiser uit de BRP;
- bepaalt dat het college het griffierecht van in totaal € 187,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 2.461,- aan proceskosten aan eiser.