ECLI:NL:RBZWB:2025:1712
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2017 en 2018, ontvankelijkheid en zorgkosten
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 maart 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2017 en 2018 beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen de aanslag IB/PVV 2018 niet-ontvankelijk is vanwege een niet verschoonbare termijnoverschrijding. Het beroep tegen de aanslag IB/PVV 2017 wordt ongegrond verklaard. Belanghebbende had aangevoerd dat bij het bepalen van het netto besteedbaar inkomen rekening gehouden moest worden met zijn ziektekosten, maar de rechtbank oordeelt dat deze stelling geen steun vindt in het recht. De inspecteur had de autokosten van belanghebbende voor 2017 vastgesteld op € 4.005, en de rechtbank concludeert dat de inspecteur niet heeft voldaan aan zijn verplichting om alle op de zaak betrekking hebbende stukken te verstrekken, maar dat dit niet leidt tot een andere uitkomst voor de aanslag 2017. De rechtbank bevestigt dat de aanslagen en de belastingrentebeschikkingen in stand blijven, en dat belanghebbende geen griffierecht terugkrijgt of vergoeding van proceskosten ontvangt.