ECLI:NL:RBZWB:2025:167
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening wegens ontbreken spoedeisend belang in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak hebben verzoekers bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Halderberge, dat op 11 november 2024 is genomen. Dit besluit betreft de sluiting van een bedrijfspand aan Argon 16b-6 in Oud-Gastel voor de duur van twaalf maanden. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij stellen dat zij een spoedeisend belang hebben bij het verzoek. Dit zou voortkomen uit het feit dat zij huurinkomsten mislopen door de sluiting van het pand, dat zij hebben aangekocht als extra pensioenbuffer.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er sprake is van onverwijlde spoed. Echter, de voorzieningenrechter oordeelt dat verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er sprake is van een spoedeisend belang. Een financieel belang op zichzelf is niet voldoende om een voorlopige voorziening te rechtvaardigen, tenzij er een financiële noodsituatie dreigt. Verzoekers hebben in hun onderbouwing niet met objectieve en verifieerbare bewijsstukken aangetoond dat er een dergelijke noodsituatie is.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, in aanwezigheid van mr. N. van Asten, griffier, op 14 januari 2025. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.