Op 18 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Dienst Toeslagen. Eiseres had op 5 december 2023 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag, wat aanleiding geeft voor eiseres om beroep in te stellen. De rechtbank heeft het beroep kennelijk gegrond verklaard en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres de Dienst Toeslagen op 6 december 2024 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank bepaalt dat de Dienst Toeslagen binnen twee weken na verzending van de uitspraak een vooraankondiging aan eiseres moet verzenden. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn voor het nemen van een vooraankondiging wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt het griffierecht van € 51,- vergoed, maar er worden geen proceskosten vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden tot verzet.