ECLI:NL:RBZWB:2025:1566
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een handhavingsverzoek tegen een tuincentrum met betrekking tot laden en lossen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn handhavingsverzoek door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiser, woonachtig nabij het tuincentrum, diende op 5 juli 2023 een handhavingsverzoek in, omdat hij meende dat er ten onrechte reclame-uitingen en vlaggenmasten waren geplaatst en dat hij overlast ondervond van de laad- en losactiviteiten. Het college wees dit verzoek af met een besluit op 29 november 2023, en na bezwaar bleef het college bij deze afwijzing. De rechtbank behandelde de zaak op 18 februari 2025, waarbij de vertegenwoordigers van het college aanwezig waren, maar eiser en het tuincentrum niet. De rechtbank concludeert dat het college de afwijzing van het handhavingsverzoek onzorgvuldig heeft voorbereid, omdat niet is vastgesteld of er buiten de toegestane tijden werd geladen en gelost. De rechtbank oordeelt dat het college de omvang van het handhavingsverzoek ruimer had moeten opvatten en dat de afwijzing in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat eiser gerechtvaardigd vertrouwen kon ontlenen aan eerdere toezeggingen van het college over het handhaven van de regels omtrent laden en lossen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om binnen drie maanden een nieuw besluit te nemen, waarbij het griffierecht aan eiser moet worden vergoed.