Uitspraak
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 maart 2025 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , Duitsland, belanghebbende
de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, de heffingsambtenaar.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
[e-mailadres] heeft ontvangen. Nu gemachtigde de verzending van de uitspraak op bezwaar op 13 september 2022 gemotiveerd betwist, is het aan de heffingsambtenaar om aannemelijk te maken dat de uitspraak op bezwaar op die datum is verzonden. De rechtbank is van oordeel dat de heffingsambtenaar, gelet op hetgeen onder 2.4 is overwogen, met de schermafbeelding onvoldoende bewijs heeft overgelegd om de verzending van de e-mail op 13 september 2022 aannemelijk te maken. Uit alleen die schermafbeelding volgt niet dat de e-mail daadwerkelijk vanuit het door hem gebruikte systeem van gegevensverwerking is verzonden.