Uitspraak
2.De feiten
- [minderjarige 1] , roepnaam [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2008 te [geboorteplaats] ;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 februari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de scheiding van tafel en bed en echtscheiding tussen twee echtgenoten, hierna de vrouw en de man genoemd. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.C. van Bemmel, en de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. V.J.C. Pieters, hebben in 1997 in de gemeente Reimerswaal hun huwelijk gesloten in gemeenschap van goederen. Uit dit huwelijk zijn twee minderjarige kinderen geboren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een duurzame ontwrichting van het huwelijk, hetgeen door beide partijen niet is betwist. De vrouw heeft verzocht om de scheiding van tafel en bed, terwijl de man heeft verzocht om de echtscheiding. De rechtbank heeft beide verzoeken toegewezen, waarbij is opgemerkt dat er geen rechtsregel in de weg staat aan het gelijktijdig uitspreken van beide verzoeken. Tevens zijn de onderlinge regelingen uit het echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan, die door partijen zijn overeengekomen, in de beschikking opgenomen. De rechtbank heeft bepaald dat deze regelingen deel uitmaken van de beschikking, en dat partijen zich aan deze afspraken dienen te houden. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.