Op 20 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift van een klager die de teruggave van een in beslag genomen auto eiste. De auto was in beslag genomen op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering, omdat deze van diefstal afkomstig bleek te zijn. Klager had de auto gekocht van een particulier via Marktplaats en stelde te goeder trouw eigenaar te zijn geworden. Hij had onderzoek gedaan naar de auto en een externe kentekencheck laten uitvoeren, waaruit bleek dat alles in orde was. Echter, de officier van justitie stelde dat er geen belang van strafvordering meer was bij het voortduren van het beslag en dat de auto moest worden geretourneerd aan de verzekeringsmaatschappij ASR Schadeverzekering N.V., die in de eigendomsrechten was gesubrogeerd na de diefstal van de auto.
De rechtbank oordeelde dat het klaagschrift ongegrond was, omdat de verzekeringsmaatschappij redelijkerwijs als rechthebbende kon worden aangemerkt. De rechtbank benadrukte dat, hoewel klager mogelijk te goeder trouw handelde, hij geen bescherming genoot tegen revindicatie omdat hij de auto niet had gekocht van een professionele verkoper. De rechtbank verklaarde het klaagschrift ongegrond en gelastte de teruggave van de auto aan ASR Schadeverzekering N.V. De beslissing werd genomen door rechter mr. J.C.A.M. Los, in aanwezigheid van griffier mr. S.H.M.R. Chevalier-Verbunt.