In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 december 2024 een beschikking gegeven in een verzoek tot benoeming van een deskundige voor de nadere vaststelling van de huurprijs van een gehuurde bedrijfsruimte. De verzoekende partijen, [verhuurder 1] en [verhuurder 2], vertegenwoordigd door mr. B.F.J. Bollen, hebben de kantonrechter verzocht om een deskundige te benoemen, omdat er geen overeenstemming was bereikt met de verwerende partij, [huurder] H.O.D.N. [bedrijf van huurder], vertegenwoordigd door mr. E.H.H. Schelhaas, over de huurprijs. De huurprijs bedraagt momenteel € 5.636,25 exclusief btw per maand, en de totale huurprijs inclusief btw is € 6.819,86.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 23 augustus 2024, waar partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift overleg heeft plaatsgevonden tussen partijen, maar dat er geen overeenstemming was over de benoeming van een deskundige. Dit voldeed aan de vereisten van artikel 7:304 BW, waardoor de verzoeker ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen uiteindelijk overeenstemming bereikt over de benoeming van drie deskundigen van De Huurprijsdeskundigen, die de huurprijs zullen vaststellen. De kantonrechter heeft bepaald dat de kosten voor de deskundige voor rekening komen van de partij die in de procedure tot huurprijsvaststelling in het ongelijk wordt gesteld. Tevens is besloten dat iedere partij zijn eigen kosten draagt, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.