ECLI:NL:RBZWB:2024:8726

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 december 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
BRE 23/3494 en 24/2904 WLZ
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvragen voor zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) wegens gebrek aan noodzaak voor 24 uur zorg in de nabijheid

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant de beroepen van eiser tegen de besluiten van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) met betrekking tot de afwijzing van zijn aanvragen voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiser, een 45-jarige man met een depressieve stoornis en tinnitus, had in totaal twee aanvragen ingediend, waarvan de eerste op 13 december 2022 en de tweede op 3 februari 2023. Beide aanvragen werden afgewezen door het CIZ, dat zich baseerde op medische adviezen die concludeerden dat er geen noodzaak was voor 24 uur zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen.

De rechtbank heeft de beroepen op 5 november 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van het CIZ. Eiser voerde aan dat hij 24 uur zorg nodig had, ondersteund door verklaringen van zijn psychiater en huisarts. De rechtbank oordeelde echter dat de medische adviezen van het CIZ voldoende zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat er geen dwingende medische redenen waren om de afwijzing van de aanvragen te herzien. De rechtbank concludeerde dat de zorgbehoefte van eiser planbaar was en dat hij in staat moest worden geacht om indien nodig hulp in te roepen.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank de beroepen ongegrond, wat betekent dat de besluiten van het CIZ in stand blijven. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 16 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 23/3494 WLZ en BRE 24/2904 WLZ

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 december 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. I.M. van den Heuvel),
en

De Raad van Bestuur van het Centrum Indicatiestelling Zorg, het CIZ

(gemachtigden: mr. S. Kersjes - van Bussel en C.J.M. van Gelder).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiser tegen de besluiten van 16 mei 2023 (bestreden besluit 1) en 23 januari 2024 (bestreden besluit 2), met betrekking tot de afwijzing van eisers aanvragen voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Het beroep tegen bestreden besluit 1 is bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 23/3494 WLZ. Het beroep tegen bestreden besluit 2 is geregistreerd onder nummer 24/2904 WLZ.
Het CIZ heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft de beroepen op 5 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de vrouw van eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigden van het CIZ.

Totstandkoming van de besluiten

1. Eiser is een 45-jarige man die samenwoont met zijn echtgenote en drie kinderen. Eiser is bekend met een depressieve stoornis en tinnitus (oorsuizen). Zijn echtgenote verleent één uur ondersteuning per dag vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Omdat zijn situatie niet zal verbeteren, heeft hij een aanvraag voor zorg vanuit de Wlz ingediend.
Bestreden besluit 1 (16 mei 2023)Op 13 december 2022 heeft eiser een aanvraag voor zorg vanuit de Wlz ingediend. Bij besluit van 26 januari 2023 (het primaire besluit 1) is de aanvraag afgewezen,Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Bij het bestreden besluit 1 is het CIZ bij het primaire besluit gebleven. Het CIZ legt het medisch advies van [naam 1] van 4 mei 2023 (hierna: het medisch advies van 4 mei 2023) aan het besluit ten grondslag. Op basis van dit medisch advies heeft het CIZ geconcludeerd dat op dit moment niet kan worden vastgesteld dat eiser levenslang voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft in de vorm van 24 uur zorg per dag in de nabijheid.
Bestreden besluit 2 (23 januari 2024)Op 3 februari 2023 heeft eiser opnieuw een aanvraag ingediend. Bij besluit van 12 mei 2023 (het primaire besluit 2) is de aanvraag afgewezen. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Bij het bestreden besluit 2 is het CIZ bij de afwijzing gebleven. Daarbij verwijst het CIZ naar het medisch advies van 4 mei 2023 en ook naar het aanvullend medisch advies van [naam 2] van 11 december 2023 (hierna: het medisch advies van 11 december 2023). Op basis van de medische adviezen heeft het CIZ geconcludeerd dat er geen sprake is van noodzaak tot 24 uur zorg per dag in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het CIZ mocht concluderen dat niet is gebleken van de noodzaak voor 24 uur zorg per dag in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond. Dit betekent dat er niets verandert aan de besluiten van 16 mei 2023 en 23 januari 2024. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Relevante wet- en regelgeving
4. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Standpunt eiser
5. Ten aanzien van het bestreden besluit 1 voert eiser aan dat uit de verklaringen van zijn psychiater van 2 en 16 februari 2023 blijkt dat hij 24 uur per dag zorg nodig heeft. Deze verklaringen zijn ondersteund door de verklaring van zijn huisarts van 7 februari 2023. Eiser kan geen structuur in de dag aanbrengen. Daarnaast is de kwalificatie van de aandoeningen onjuist. Eiser heeft door het permanent oorsuizen last van ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Tot slot heeft het CIZ niet betrokken dat eiser de benodigde zorg ook niet vanuit de Wmo ontvangt.
Ten aanzien van het bestreden besluit 2 voert eiser allereerst aan dat bij het besluit niet betrokken had mogen worden, de juridisch medewerker die ook ambtelijk heeft gehoord. Daarnaast is geen acht geslagen op de verklaringen van eisers behandelaars en is niet de moeite genomen om eiser te onderzoeken. Tot slot had het CIZ een onpartijdig deskundige moeten benoemen gelet op de verklaringen van zijn behandelaars.
Betrokkenheid juridisch medewerker bij besluit
6. Eiser voert aan dat bij het bestreden besluit 2 niet betrokken had mogen worden de juridisch medewerker die ook ambtelijk heeft gehoord Eiser heeft deze grond niet onderbouwd. Reeds hierom gaat de rechtbank hieraan voorbij.
Onderzoek in persoon
7. Met betrekking tot het bestreden besluit 2 heeft eiser aangevoerd dat hij nogmaals in persoon had moeten worden gezien door een medisch adviseur. Maar de rechtbank wijst erop dat eiser blijkens het primaire besluit 1 al in persoon is gezien. Daarnaast heeft de medisch adviseur in het aanvullend advies van 9 januari 2024 uitgelegd dat er geen meerwaarde is om eiser te zien of te spreken, omdat er uitgebreide informatie bij de behandelaars is opgevraagd en deze informatie voldoende relevant is om tot een medisch oordeel te komen. Eiser heeft ook niet onderbouwd waarom hij opnieuw in persoon gezien had moeten worden. De beroepsgrond slaagt daarom niet.
Medische adviezen
8. Het CIZ heeft in haar besluitvorming verwezen naar de medische adviezen van 4 mei 2023 en 11 december 2023.
9. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) mag het CIZ zich baseren op een medisch advies als dat advies voldoende zorgvuldig tot stand gekomen is en volledig is. In het kader van de verdeling van de bewijsvoeringslast ligt het vervolgens op de weg van de aanvrager om medische stukken te overleggen die aan het medisch advies kunnen doen twijfelen. [1]
10. In het medisch advies van 4 mei 2023 zijn alle medische documenten betrokken en heeft er telefonisch contact met eisers huisarts ( [naam 3] ) en eisers psychiater ( [naam 4] ) plaatsgevonden. De medisch adviseur concludeert dat, ondanks het langdurig bestaan van de complexe psychische problemen en de duidelijke behoefte aan meer hulp en ondersteuning dan dat nu geboden wordt, de noodzaak tot 24 uur zorg in de nabijheid op dit moment niet voldoende kan worden onderbouwd. Er is momenteel geen professionele begeleiding en geen vorm van dagbesteding. De psychiater geeft aan dat dagbesteding teveel prikkels geeft, maar het is nog niet geprobeerd en eiser heeft aangegeven ervoor open te staan.
10. In het aanvullend medisch advies van 11 december 2023 staat dat de beschikbare informatie voldoende relevant en actueel is om tot een medisch oordeel te komen en het zien van eiser geen toegevoegde waarde heeft. Daarnaast concludeert de medisch adviseur dat er geen dwingende medische reden is om de conclusie van het medisch advies van 4 mei 2023 te wijzigen, dat advies is nog steeds relevant en actueel. Samenvattend is vast te stellen dat de zorgbehoefte als gevolg van psychiatrische problematiek overwegend als planbare zorg is in te zetten. Daarmee kan de zorgbehoefte adequaat worden gecompenseerd. Eiser moet in staat worden geacht, indien nodig, op relevante momenten, aanvullend en adequaat hulp in te roepen en deze hulp af te wachten. Geobjectiveerde ernstige regieproblemen zijn niet vast te stellen, op basis van de beschikbare gegevens. Een medische noodzaak voor (blijvende) 24 uur zorg in de nabijheid ter voorkoming van ernstig nadeel, zoals verwoord in de Wlz, is niet vast te stellen.
10. De door eiser overgelegde stukken van zijn behandelaars maken niet dat er getwijfeld moet worden aan de hiervoor genoemde medische adviezen.
10. In de verklaring van eisers psychiater van 2 februari 2023 staat dat eisers problematiek chronisch is, naar verwachting levenslang is en dat zijn psychische toestand van dien aard is dat hij 24/7 continu zorg nodig heeft. Hieruit kan niet worden afgeleid waarom het noodzakelijk is dat eiser 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig heeft en welk ernstig nadeel zal intreden als eiser dat niet ontvangt.
10. In de verklaring van eisers psychiater van 16 februari 2023 staat dat het oorsuizen bij afleiding als de helft minder kan worden ervaren en dat daarom aanwezigheid van zijn vrouw als afleiding van groot belang is voor de mentaal-emotionele gezondheid. De wanhoop door de klachten en uitzichtloosheid zijn toegenomen, waardoor suïcidaliteit meer op de voorgrond komt. Medicatie blijkt geen oplossing. Een zo goed mogelijke oplossing is dat er 24/7 zorg komt door eisers vrouw. Zij kan afleiding bieden, hulp geven bij het verplaatsen naar het toilet in de nacht, eiser regelmatig mee naar buiten nemen, zorgen dat eiser concrete taken in het huishouden en het gezinsleven krijgt en de juiste actie ondernemen als er wat (met eiser) gebeurt omdat eiser (met medicatie) niet altijd adequaat zal kunnen handelen. Naar het oordeel van de rechtbank kan uit het gegeven dat in de verklaring staat dat suïcidaliteit meer op de voorgrond komt en dat eisers vrouw de juiste actie kan ondernemen als er wat met eiser gebeurt, niet worden afgeleid dat op dit moment sprake is van een concreet risico op suïcide. Bovendien is niet gebleken van een poging tot suïcide en heeft het CIZ er terecht op gewezen dat 24 uur zorg in de nabijheid een risico op suïcide niet kan ondervangen. Ook uit de hulp bij het verplaatsen naar het toilet, het regelmatig met eiser wandelen en het geven van taken aan eiser in het huishouden en gezinsleven blijkt niet van een noodzaak tot 24 uur zorg, omdat dit gepland kan worden en er geen geobjectiveerde ernstige regieproblemen zijn vastgesteld. Tot slot kan uit de verklaring niet worden afgeleid dat de aanwezigheid van eisers vrouw 24 uur per dag nodig is voor het geval het oorsuizen plotseling ernstig toeneemt, omdat niet geconcretiseerd is dat in die situatie een ernstig nadeel intreedt en uit de medische adviezen volgt dat eiser in staat moet worden geacht om, indien nodig, op relevante momenten, aanvullend en adequaat hulp in te roepen en deze hulp af te wachten.
10. Met betrekking tot de verklaring van de huisarts van 7 februari 2023 is van belang dat eisers huisarts alleen maar naar de verklaring van de psychiater verwijst en deze onderschrijft. Gelet op het vorenstaande kan deze verklaring dus ook geen reden tot twijfel aan de medische adviezen geven.
10. Eiser heeft ter zitting nog aangevoerd dat zijn situatie is verslechterd en daarbij verwezen naar de kort voor de zitting overgelegde verklaring van eisers psychiater en sociaal pedagogisch hulpverlener van 28 oktober 2024, een overzicht van zijn medicatie en een overzicht van zijn afspraken met zijn psychiater en zijn sociaal pedagogisch hulpverlener. Deze stukken kunnen niet leiden tot een ander oordeel, omdat uit deze stukken geen wezenlijk andere situatie blijkt dan al bekend was. De verklaring van 28 oktober 2024 is namelijk identiek aan die van 16 februari 2023. Daarnaast kan uit het overzicht van de medicatie en het overzicht van de afspraken ook niet een noodzaak voor 24 uur zorg in de nabijheid worden afgeleid.
Onafhankelijk deskundige
10. Eiser heeft ter zitting verzocht om een onafhankelijk deskundige te benoemen, maar de rechtbank ziet daarvoor geen aanleiding. De reden daarvoor is dat uit de medische adviezen blijkt dat alle medische stukken zijn betrokken en de overige door eiser overgelegde stukken geen reden geven om aan die medische adviezen te twijfelen, zoals de rechtbank hiervoor heeft uitgelegd. Het verzoek wordt dan ook afgewezen.
Conclusie en gevolgen
10. De beroepen zijn ongegrond. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier op 16 december 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet langdurige zorg

Artikel 3.2.1
1. Een verzekerde heeft recht op zorg die op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden is afgestemd voor zover hij naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op die zorg is aangewezen omdat hij, vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking, een psychische stoornis of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een blijvende behoefte heeft aan:
permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde, of
24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hem zelf te voorkomen,
1°. door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of
2°. door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.
2. In het eerste lid wordt verstaan onder:
blijvend: van niet voorbijgaande aard;
permanent toezicht: onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende het gehele etmaal, waardoor tijdig kan worden ingegrepen;
ernstig nadeel voor de verzekerde: een situatie waarin de verzekerde:
1°. zich maatschappelijk te gronde richt of dreigt te richten;
2°. zichzelf in ernstige mate verwaarloost of dreigt te verwaarlozen;
3°. ernstig lichamelijk letsel oploopt of dreigt op te lopen dan wel zichzelf ernstig lichamelijk letsel toebrengt of dreigt toe te brengen;
4°. ernstig in zijn ontwikkeling wordt geschaad of dreigt te worden geschaad of dat zijn veiligheid ernstig wordt bedreigd, al dan niet doordat hij onder de invloed van een ander raakt;
zelfzorg: de uitvoering van algemene dagelijkse levensverrichtingen waaronder de persoonlijke verzorging en hygiëne en, zo nodig, de verpleegkundige zorg;
regieproblemen: beperkingen in het vermogen om een adequaat oordeel te vormen over dagelijks voorkomende situaties op het gebied van sociale redzaamheid, probleemgedrag, psychisch functioneren of geheugen en oriëntatie.
[…]

Voetnoten

1.zie bijvoorbeeld de uitspraak van CRvB van 16 september 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:3266).