In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van het geslacht en de voornaam van een non-binaire verzoeker. De verzoeker, die in de gemeente Rotterdam is geboren, heeft de Nederlandse nationaliteit en heeft een non-binaire genderidentiteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker niet specifiek als man of vrouw identificeert en dat het belangrijk is voor de verzoeker dat officiële documenten, zoals de geboorteakte, aansluiten bij diens genderbeleving. De rechtbank heeft de bevoegdheid om het verzoek te behandelen, ondanks dat het verzoek tot wijziging van het geslacht in beginsel niet onder haar rechtsgebied valt, omdat de verzoeker instemde met de behandeling van beide verzoeken door deze rechtbank.
De rechtbank overweegt dat de huidige wetgeving geen mogelijkheid biedt voor non-binaire personen om zich als genderneutraal te registreren. De rechtbank wijst op de maatschappelijke en juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit en de trend naar genderneutraliteit in de Nederlandse samenleving. De rechtbank concludeert dat het verzoek van de verzoeker om het geslacht te wijzigen in 'X' kan worden toegewezen, waarbij de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek analoog worden toegepast. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker voldoende heeft aangetoond dat hij de duurzame overtuiging heeft een genderneutraal persoon te zijn.
Daarnaast heeft de verzoeker verzocht om wijziging van de voornaam, die voortaan ' [naam] ' zal zijn. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij zich met deze naam identificeert en dat het verzoek niet in strijd is met de wettelijke bepalingen. De rechtbank heeft beide verzoeken toegewezen en gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand om de wijzigingen aan te brengen in de geboorteakte van de verzoeker.