ECLI:NL:RBZWB:2024:8500

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
C/02/423897 FA RK 24-2913
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van Leuven
  • mr. Schröder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geslacht en voornaam op geboorteakte van een non-binaire persoon

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van het geslacht en de voornaam van een non-binaire verzoeker. De verzoeker, die in de gemeente Rotterdam is geboren, heeft de Nederlandse nationaliteit en heeft een non-binaire genderidentiteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker niet specifiek als man of vrouw identificeert en dat het belangrijk is voor de verzoeker dat officiële documenten, zoals de geboorteakte, aansluiten bij diens genderbeleving. De rechtbank heeft de bevoegdheid om het verzoek te behandelen, ondanks dat het verzoek tot wijziging van het geslacht in beginsel niet onder haar rechtsgebied valt, omdat de verzoeker instemde met de behandeling van beide verzoeken door deze rechtbank.

De rechtbank overweegt dat de huidige wetgeving geen mogelijkheid biedt voor non-binaire personen om zich als genderneutraal te registreren. De rechtbank wijst op de maatschappelijke en juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit en de trend naar genderneutraliteit in de Nederlandse samenleving. De rechtbank concludeert dat het verzoek van de verzoeker om het geslacht te wijzigen in 'X' kan worden toegewezen, waarbij de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek analoog worden toegepast. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker voldoende heeft aangetoond dat hij de duurzame overtuiging heeft een genderneutraal persoon te zijn.

Daarnaast heeft de verzoeker verzocht om wijziging van de voornaam, die voortaan ' [naam] ' zal zijn. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij zich met deze naam identificeert en dat het verzoek niet in strijd is met de wettelijke bepalingen. De rechtbank heeft beide verzoeken toegewezen en gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand om de wijzigingen aan te brengen in de geboorteakte van de verzoeker.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Breda
Zaaknummer: C/02/423897 FA RK 24-2913
datum uitspraak: 4 december 2024
beschikking betreffende de registers van de burgerlijke stand
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen [verzoeker] ,
advocaat mr. K.S.M. Smienk.
1. Het verdere procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- de (verwijzings)beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 17 juni 2024 en het daarin genoemde verzoekschrift met bijlagen van [verzoeker] , ingekomen op
8 maart 2024;
- de akte met [nummer] van het jaar 2002 van het register van geboorten van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam;
- de e-mailberichten van mr. Smienk van 16 augustus 2024 en van 25 augustus 2024 (met bijlage);
- de op 16 september 2024 ontvangen instemmingsverklaring van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Gilze en Rijen;
- de op 28 november 2024 ontvangen instemmingsverklaring van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam.
1.2. Als belanghebbenden in deze zaak zijn aangemerkt:
- de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Gilze en Rijen ten aanzien van het verzoek tot voornaamswijziging;
- de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam ten aanzien van het verzoek tot wijziging van het geslacht op de geboorteakte.

2.De feiten

2.1.
In voormelde geboorteakte is opgenomen dat op [geboortedag] 2002 in de gemeente Rotterdam is geboren [verzoeker] , van het vrouwelijke geslacht.
2.2.
[verzoeker] heeft de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

[verzoeker] verzoekt, samengevat, uitvoerbaar bij voorraad:
- de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam te gelasten om aan de geboorteakte van [verzoeker] een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn;
- de voornaam van [verzoeker] te wijzigen in ‘ [naam] ’.

4.De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht
4.1.
Omdat [verzoeker] in Nederland woont, heeft de Nederlandse rechter op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht om kennis te nemen van het verzoek tot wijziging van het geslacht van [verzoeker] en het verzoek tot wijziging van de voornaam van [verzoeker] .
4.2.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant is ten aanzien van het verzoek tot wijziging van de voornaam van [verzoeker] relatief bevoegd, nu de woonplaats van [verzoeker] binnen haar rechtsgebied is gelegen.
4.3.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant is ten aanzien van het verzoek tot wijziging van het geslacht van [verzoeker] in beginsel niet relatief bevoegd, omdat dit verzoek ziet op wijziging van een akte welke is ingeschreven in het arrondissement van de rechtbank Rotterdam. Hoewel de zaak in zijn geheel is verwezen naar onderhavige rechtbank, heeft de rechtbank gelet op het voorgaande alsnog [verzoeker] verzocht om aan te geven of zij kan instemmen met behandeling van beide verzoeken door onderhavige rechtbank. Ook vanuit praktisch oogpunt gezien, omdat beide verzoeken nauw met elkaar samenhangen. [verzoeker] heeft schriftelijk bericht hiermee in te kunnen stemmen.
4.4.
Op het verzoek tot wijziging van het geslacht van [verzoeker] en het verzoek tot wijziging van de voornaam van [verzoeker] is Nederlands recht van toepassing, omdat [verzoeker] de Nederlandse nationaliteit heeft.
Wijziging geslacht op de geboorteakte
4.5.
[verzoeker] legt het volgende ten grondslag aan diens verzoek tot wijziging van diens geslacht in ‘X’. [verzoeker] heeft een non-binaire beleving van diens gender en identificeert zich niet specifiek als man of specifiek als vrouw. Het is belangrijk voor [verzoeker] dat diens geboorteakte, identiteitsbewijs en officiële documenten aansluiten bij diens innerlijke genderbeleving. [verzoeker] voelt zichzelf namelijk zowel in het hokje ‘Man’ als het hokje ‘Vrouw’ niet thuis. Een non-binaire aanduiding op officiële papieren past daarom het beste. [verzoeker] is in behandeling bij een deskundig psycholoog van BuroJIJ en heeft daar al veel verdiepende gesprekken mee gehad. [verzoeker] heeft toestemming gehad van BuroJIJ voor een mastectomie en staat daar momenteel voor op de wachtlijst. Toewijzing van het verzoek zal bij [verzoeker] voor opluchting en rust zorgen en betekenen dat die meer zichzelf kan zijn.
4.6.
Uit de overgelegde instemmingsverklaring blijkt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam geen bezwaar heeft tegen toewijzing van het verzoek tot wijziging van het geslacht van [verzoeker] in ‘X’.
4.7.
De rechtbank overweegt over het verzoek tot wijziging van het geslacht van [verzoeker] in ‘X’ op diens geboorteakte als volgt.
4.7.1.
De wet biedt op dit moment (nog) geen mogelijkheid om het verzoek van [verzoeker] toe te wijzen. Er bestaat (nog) geen wettelijke bepaling die het voor non-binaire personen mogelijk maakt zich als genderneutraal te registreren.
4.7.2.
Voor transgenders is het wel mogelijk om de geslachtsaanduiding op grond van de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek (BW) te verbeteren, maar daarbij kan alleen worden gekozen voor ‘vrouwelijk’ of ‘mannelijk’ en niet voor een genderneutrale optie. De rechtbank is van oordeel dat, doordat in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW niet wordt voorzien in de mogelijkheid om te kiezen voor een non-binaire geslachtsaanduiding, daarmee een ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt tussen personen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren en personen die de overtuiging hebben buiten de exclusief mannelijke of vrouwelijke geslachtsaanduiding te vallen (non-binair).
4.7.3.
Het is in beginsel aan de wetgever om voor geslachtsneutrale registratie in de geboorteakte een voorziening te treffen. De politieke wil tot het treffen van een dergelijke voorziening lijkt wel aanwezig, maar het is er nog niet van gekomen vanwege medische en juridische implicaties van een dergelijke regeling, de wenselijkheid de ontwikkelingen in de rechtspraak af te wachten en de complexiteit van een dergelijke regeling in verband met annexe vraagstukken. Dat betekent dat het nog steeds onduidelijk is hoe het wetgevingsproces (verder) zal verlopen en hoe lang het zal duren voordat er een wet op dit gebied in werking treedt. Van [verzoeker] kan niet worden verwacht dat die wacht op het wetgevingsproces. Vast staat dat er inmiddels (te) lang wordt gewacht op een passende registratie voor non-binaire personen.
4.7.4.
Er is inmiddels sprake van een maatschappelijke erkenning en (een trend naar) juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit. In de Nederlandse samenleving wordt steeds meer gekozen voor genderneutraliteit.
4.7.5.
Verder valt in de niet al te verre toekomst wetgeving te verwachten waarbij een genderneutrale omschrijving van het geslacht in de geboorteakte in de vorm van een ‘X’ mogelijk wordt gemaakt en waarbij aansluiting wordt gezocht bij de systematiek van de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW. De rechtbank acht het daarom aangewezen reeds nu op die wetgeving te anticiperen. Hierdoor wordt ook uitvoering gegeven aan de uit artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) voortvloeiende positieve verplichting de geslachtsaanduiding in de geboorteakte aan te passen aan het (neutrale) geslacht waartoe iemand volgens diens vaste overtuiging behoort.
4.7.6.
Bovendien blijkt uit de jurisprudentie dat meerdere rechtbanken, net zoals het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in haar uitspraak van 15 september 2022 (ECLI:NL:GHARL:2022:8003), het wetgevingsproces niet afwachten en op verzoeken een beslissing nemen die aansluit bij voornoemde tendens in het wetgevingsproces. Inmiddels hebben meerdere rechtbanken en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraken gewezen waarin de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW naar analogie zijn toegepast en waarbij de verzoeken tot het aanduiden van het geslacht in de geboorteakte met ‘X’ zijn toegewezen.
4.7.7.
Omdat inmiddels sprake is van een (trend naar) juridische erkenning van een neutraal geslachtelijke identiteit weegt nu – naar het oordeel van de rechtbank – het individuele belang van non-binaire personen bij een correcte registratie in de geboorteakte zwaarder dan het algemene belang bij handhaving van de huidige wettelijke regeling of het afwachten van de ontwikkelingen in de wetgeving.
4.7.8.
Gelet op voornoemde ontwikkelingen in de maatschappij, de wetgeving en de rechtspraak en het op dit moment in de wet bestaande ongerechtvaardigde onderscheid tussen non-binaire personen en transgenders, is de rechtbank van oordeel dat het verzoek van [verzoeker] om diens geslacht te wijzigen in ‘X’ kan worden toegewezen. Daarbij past de rechtbank de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW analoog toe, met dien verstande dat de rechtbank in tegenstelling tot de huidige wet (artikel 1:28a BW) geen deskundigenverklaring nodig acht. Op grond van artikel 1:28a BW is een verklaring van een deskundige vereist waaruit blijkt dat bij de betreffende persoon de duurzame overtuiging bestaat tot het andere geslacht te behoren. De artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW zien op een procedure die bij de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt gevolgd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de rechtbank, in tegenstelling tot de ambtenaar van de burgerlijke stand bij een aangifte als bedoeld in artikel 1:28 BW, voldoende ruimte om te toetsen of er bij de betreffende persoon sprake is van voornoemde overtuiging en kan de rechtbank die overtuiging ook op een andere wijze dan met een deskundigenverklaring vaststellen, te weten aan de hand van het verzoekschrift en de overgelegde stukken. De rechtbank is van oordeel dat [verzoeker] met diens eigen schriftelijke verklaring voldoende heeft onderbouwd dat [verzoeker] de duurzame overtuiging heeft een genderneutrale persoon te zijn en dat de vermelding van het vrouwelijke geslacht op diens geboorteakte niet met deze overtuiging in overeenstemming is.
Voornaamswijziging
4.8.
[verzoeker] verzoekt diens voornaam te wijzigen, in die zin dat deze voortaan luidt ‘ [naam] ’, en legt aan dit verzoek het volgende ten grondslag. ‘ [naam] ’ is ontstaan nadat [verzoeker] een lijstje had gemaakt van non-binaire voornamen. Diens ouders en broertje zijn hier ook bij betrokken geweest. Toen er nog drie namen over waren, droomde die over de naam ‘ [naam] ’ en was het op dat moment duidelijk dat die met de voornaam ‘ [naam] ’ door het leven wilde gaan. [verzoeker] gebruikt de voornaam ‘ [naam] ’ sinds kerst 2022 en iedereen kent die inmiddels zo. [verzoeker] blijft er tegenaan lopen dat bij veel organisaties het gebruik van de gewenste voornaam niet mogelijk is zonder officiële wijziging van de voornaam.
4.9.
Volgens de ingebrachte instemmingsverklaring heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Gilze en Rijen geen bezwaar tegen toewijzing van het verzoek tot voornaamswijziging.
4.10.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW kan de rechter wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. De gevraagde voornamen mogen volgens artikel 1:4 lid 2 BW niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
4.11.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn voornamen voor een betrokkene een middel om zich binnen zijn of haar familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. In die zin zijn voornamen een middel van persoonlijke en emotionele identificatie en hebben daarmee betrekking op een ieders privéleven en familie- en gezinsleven. Ondanks het gebruik van andere middelen van identificatie van personen spelen voornamen ook een belangrijke rol in het maatschappelijk verkeer met betrekking tot de identiteit van personen. Het rechtsverkeer heeft dan ook belang bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in de registratie van persoonsgegevens in het bevolkingsregister. Voor een wijziging van één of meerdere voornamen dient daarom een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan.
De rechtbank is van oordeel dat met de aangevoerde gronden, tegenover het publieke belang bij naamsconsistentie, een voldoende zwaarwichtig belang bestaat om te komen tot de verzochte wijziging van de voornamen van [verzoeker] . Daartoe wordt overwogen dat [verzoeker] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat die al geruime tijd de voornaam ‘ [naam] ’ gebruikt en zich met die naam identificeert. Nu voorts naar het oordeel van de rechtbank het verzochte niet in strijd is met de in artikel 1:4 lid 2 BW geformuleerde maatstaven, zal het verzoek tot voornaamswijziging worden toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam om aan de akte, ingeschreven in het onder hem berustende register van geboorten van het jaar 2002 met [nummer] , een latere vermelding toe te voegen van de wijziging van:
- de voornaam van betrokkene in: ‘ [naam] ’;
- het geslacht van betrokkene, in die zin dat het geslacht zal zijn: ‘X’.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van Leuven en in tegenwoordigheid van mr. Schröder, griffier, in het openbaar uitgesproken op 4 december 2024.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.