Uitspraak
1.De procedure
2.De vordering
4.Het standpunt van de verdediging
5.De procesafspraken
- het wederrechtelijk verkregen voordeel dat [veroordeelde] zou hebben genoten bedraagt volgens de gehanteerde berekening € 395.600,-. In het kader van de procesafspraken wordt door het Openbaar Ministerie een korting toegepast van één derde deel. De betalingsverplichting bedraagt daardoor € 263.733,-;
- de verdediging van [veroordeelde] zal binnen een week na ondertekening van de procesafspraken alle ingediende onderzoekswensen intrekken;
- [veroordeelde] hoeft geen nadere verklaring af te leggen. De verdediging zal, door ondertekening van deze procesafspraken, aangeven dat de hoogte van de ontneming zoals tussen Openbaar Ministerie en verdediging vastgesteld niet wordt betwist. Er zal geen inhoudelijk verweer worden gevoerd;
- vanuit de verdediging en het Openbaar Ministerie zal geen hoger beroep worden ingesteld indien de rechtbank komt tot oplegging van een ontnemingsmaatregel, conform de tussen de verdediging en het Openbaar Ministerie gemaakte afspraken;
- [veroordeelde] geeft aan betalingsbereid te zijn, in staat te zijn tot betaling en geen draagkrachtverweer te zullen voeren, zowel voor wat betreft zijn financiële verplichtingen voortvloeiende uit de strafzaak zelf als uit de ontnemingszaak.
(vgl. ECLI:NL:HR:2022:1252).
6. Het oordeel van de rechtbank
‘motivering’en
‘berekening’en
‘verdeling’en
‘voordeel’ wordt voldoende inzichtelijk gemaakt op welke manier het te ontnemen bedrag tot stand is gekomen. Naar het oordeel van de rechtbank is de berekening gegrond op de bewezenverklaarde feiten en de daaraan ten grondslag gelegde bewijsmiddelen. Tevens is daarin op juiste wijze het aandeel van [veroordeelde] verdisconteerd. Dit betekent dan ook dat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel zal schatten op een totaalbedrag van € 395.600,-.
7.De bewijsmiddelenAls tegen dit verkort vonnis een rechtsmiddel wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen opgenomen in een aanvulling op dit verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan dit verkort vonnis gehecht.
8.De betalingsverplichtingHet Openbaar Ministerie en verdediging hebben een matiging van de betalingsverplichting voorgesteld, inhoudende dat het ontnemingsbedrag wordt verminderd met één derde deel, indien gevolg wordt gegeven aan de procesafspraken.
9.De wettelijke voorschriften
10.10. De beslissing
€ 395.600,-;
€ 263.733,-, ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
1080 dagen.