ECLI:NL:RBZWB:2024:7969
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing WIA-uitkering per einde wachttijd
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om haar een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toe te kennen. Het UWV had op 17 oktober 2022 besloten om per 26 augustus 2022 geen WIA-uitkering toe te kennen, omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het UWV verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 6 maart 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft eiseres nieuwe medische informatie ingediend, wat leidde tot heropening van het onderzoek. De rechtbank concludeert dat de medische beoordeling van het UWV zorgvuldig is uitgevoerd en dat de door eiseres aangevoerde klachten niet voldoende zijn om aan te nemen dat zij op de datum in geding meer beperkingen had dan vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat de WIA-uitkering terecht is geweigerd, omdat eiseres op de datum in geding niet aan de vereiste mate van arbeidsongeschiktheid voldeed. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat eiseres geen recht heeft op proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierecht.