ECLI:NL:RBZWB:2024:7843
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake aanslag vennootschapsbelasting
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2024, wordt het beroep van belanghebbende, een B.V. uit het Verenigd Koninkrijk, tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar tegen een aanslag vennootschapsbelasting behandeld. De aanslag betreft het boekjaar van 1 april 2017 tot en met 31 maart 2018. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar te laat is ingediend en dat de termijnoverschrijding niet verontschuldigbaar is. Belanghebbende betwist de ontvangst van de uitspraak op bezwaar, maar de rechtbank stelt vast dat het beroepschrift tijdig is ingediend, waardoor de vraag van de ontvangst van de uitspraak op bezwaar niet relevant is. De inspecteur had het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet tijdig was ingediend, en de rechtbank bevestigt deze beslissing. De rechtbank wijst erop dat het de verantwoordelijkheid van belanghebbende is om ervoor te zorgen dat aan fiscale verplichtingen wordt voldaan, ook in het geval van gezondheidsproblemen van de administrateur. De rechtbank concludeert dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard en dat het beroep ongegrond is, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.