ECLI:NL:RBZWB:2024:7630
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzoek om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen buiten de vijfjaarstermijn
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de beslissingen van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) voor het jaar 2017. De inspecteur verklaarde de bezwaren niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de bezwaartermijn en weigerde ambtshalve vermindering van de aanslagen, omdat de belanghebbende zijn bezwaren niet voldoende had gemotiveerd. De rechtbank oordeelt dat de verzoeken om ambtshalve vermindering, ingediend op 10 mei 2023, te laat zijn ingediend, aangezien de vijfjaarstermijn voor het jaar 2017 op 31 december 2022 eindigde. De rechtbank concludeert dat de overschrijding van de termijn niet verschoonbaar is, omdat de redenen die door de gemachtigde zijn aangevoerd niet op de belanghebbende zelf betrekking hebben. Hierdoor komt de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de verzoeken om vermindering van de aanslagen en de belastingrente. De rechtbank handhaaft ook de boete, omdat er geen feiten zijn gesteld die een vermindering rechtvaardigen. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en kent geen proceskostenvergoeding toe.