Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Inhoud beroepschrift:Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Gemachtigde verwijst naar artikel 5 Wahv en stelt dat indien een reële mogelijkheid bestaat om betrokkene staande te houden, daarvan niet mag worden afgeweken. Betrokkene stelt zich op het standpunt dat er een reële mogelijkheid tot staandehouding bestond, zodat ten onrechte is bekeurd op kenteken. De door de verbalisant gegeven verklaring is in zijn algemeenheid onvoldoende. Gemachtigde verwijst hiervoor naar een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Daarnaast volgt uit de beschikbare gegevens niet of de verbalisant in een privévoertuig dan wel in een (on)herkenbaar dienstvoertuig reed en is het niet duidelijk of verbalisant gekleed was in uniform. Van de verbalisant mag voorts in zijn verklaring worden verlangd dat hij beknopt schetst waarom staandehouding leidt tot een gevaarlijke of ondoenlijke situatie.
Overwegingen
€ 437,50