Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De vordering tot tenuitvoerlegging
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
primairtenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
een gevangenisstraf van 48 maanden;
[aangever] , te betalen een bedrag van € 11.033,72, waarvan € 1.033,72 voor materiële schade en € 10.000,00 voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen vanaf 28 februari 2023 tot de dag der algehele voldoening;
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
een gevangenisstraf van 6 maanden.