ECLI:NL:RBZWB:2024:729
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van toeslag op uitkering over de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de herziening en terugvordering van de toeslag op haar uitkering over de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020. Eiseres moet een bedrag van bruto € 1.894,14 terugbetalen. Het UWV heeft op 3 oktober 2022 het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard, waarna eiseres in beroep ging. De rechtbank heeft de zaak op 10 november 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde, evenals de gemachtigde van het UWV, aanwezig waren.
Eiseres ontvangt een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en een toeslag op basis van de Toeslagenwet (TW). Het UWV heeft vastgesteld dat eiseres over de jaren 2018, 2019 en 2020 inkomsten heeft genoten uit vrijwilligerswerk, die hoger waren dan het normbedrag voor de vrijwilligersvrijstelling. Eiseres betwistte de herziening en terugvordering, stellende dat een deel van de ontvangen bedragen onkostenvergoedingen waren.
De rechtbank oordeelt dat de vrijwilligersvrijstelling niet van toepassing is, omdat de totale vergoeding voor vrijwilligerswerk het normbedrag overschrijdt. Eiseres heeft geen bewijs geleverd van de onkosten die zij zou hebben gemaakt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de herziening en terugvordering in stand blijven. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.