ECLI:NL:RBZWB:2024:7047

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
BRE 22/231, 22/3445
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van beroepen inzake erfbelasting na overlijden van belanghebbendes vader

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant de beroepen van belanghebbende met betrekking tot de aan haar opgelegde aanslag en navorderingsaanslag erfbelasting, die voortvloeien uit het overlijden van haar vader in 2018. De zitting vond plaats op 16 oktober 2024, waarbij belanghebbende werd bijgestaan door haar zus en dochter. De inspecteur van de Belastingdienst was vertegenwoordigd door twee advocaten. Tijdens de zitting hebben partijen een compromis bereikt, waarbij de navorderingsaanslag erfbelasting werd vernietigd, terwijl de oorspronkelijke aanslag in stand bleef.

De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat het beroep tegen de navorderingsaanslag gegrond is, wat betekent dat de belanghebbende recht heeft op vergoeding van het griffierecht. De inspecteur is verplicht om dit griffierecht van € 50 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar gemaakt op de website van de Rechtspraak. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om hoger beroep in te stellen tegen deze uitspraak, met een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 22/231 en BRE 22/3445

uitspraak van de meervoudige kamer van 16 oktober 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende die zien op de aan haar opgelegde aanslag en navorderingsaanslag erfbelasting wegens het overlijden van haar vader, de heer [naam 1], in 2018.
1.1.
De rechtbank heeft de beroepen op 16 oktober 2024, gelijktijdig met de beroepen BRE 22/1712 en BRE 22/3446, ter zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen belanghebbende, bijgestaan door haar zus [naam 2] en haar dochter [naam 3]. Namens de inspecteur zijn verschenen mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2].

Beoordeling door de rechtbank

2. Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat de navorderingsaanslag erfbelasting moet worden vernietigd en de aanslag erfbelasting in stand blijft.
2.1.
De rechtbank beslist dienovereenkomstig.
2.2.
Omdat de navorderingsaanslag erfbelasting wordt vernietigd, is het beroep dat ziet op de navorderingsaanslag gegrond. Belanghebbende komt daarom in aanmerking voor vergoeding van het griffierecht van dat beroep. De inspecteur dient het griffierecht te betalen.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep tegen de navorderingsaanslag erfbelasting gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar die ziet op de navorderingsaanslag erfbelasting;
  • vernietigt de navorderingsaanslag erfbelasting;
  • verklaart het beroep tegen de aanslag erfbelasting ongegrond;
  • bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.C. van Beelen, voorzitter, mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, en mr. A. Laghmouchi leden, in aanwezigheid van mr. S.A.C. Deeleman, griffier op 16 oktober 2024. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.