ECLI:NL:RBZWB:2024:6763

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
10917653 - MB VERZ 24-84
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete ongegrond verklaard, samenhangende zaken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 17 kilometer per uur te hard binnen de bebouwde kom op de President Rooseveltlaan te Vlissingen op 3 april 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die de eerdere beslissing had vernietigd. De gemachtigde, mr. B. de Jong van Skandara B.V., heeft namens de betrokkene het beroep ingediend, maar zowel de betrokkene als de gemachtigde zijn niet verschenen op de zitting.

Tijdens de zitting heeft de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, het verzoek gedaan om het beroep ongegrond te verklaren. Hij stelde dat de gemachtigde in alle beroepschriften standaardverweren had gebruikt, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van samenhangende zaken. De kantonrechter heeft overwogen dat er geen aparte inspanning was geweest in deze zaak en dat de beroepsgronden op identieke wijze waren opgesteld, ondanks het gebruik van verschillende feitcodes en CJIB-nummers.

De kantonrechter heeft artikel 3, tweede lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht in overweging genomen, waarin wordt gesteld dat onder samenhangende zaken bezwaren worden verstaan die gelijktijdig zijn behandeld en waarbij rechtsbijstand is verleend door dezelfde persoon of personen van hetzelfde samenwerkingsverband. Gelet op het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2022:3771) heeft de kantonrechter geoordeeld dat er sprake was van samenhangende zaken. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en werd het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10917653 \ MB VERZ 24-84
CJIB-nummer : 1062 5422 5807 6651
uitspraakdatum : 5 augustus 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
[adres]
[woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. B. de Jong (Skandara B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft de beslissing vernietigt. Tegen die beslissing is door gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 augustus 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 17 kilometer per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom op de President Rooseveltlaan te Vlissingen op 3 april 2023 om 19:19 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene aangevoerd het niet eens te zijn met de beslissing van de officier van justitie. Ook wordt verzocht om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren, omdat gemachtigde in alle beroepschriften slechts standaardverweren heeft gebruikt. Bij de verweren wordt gebruik gemaakt van nagenoeg identieke standaard teksten. Dit betekent dat gemachtigde identieke werkzaamheden heeft verricht bij de beroepschriften, waardoor er wel sprake is van samenhangende zaken. De beroepsgronden zijn op identieke wijze opgesteld, waarbij het niet doorslaggevend is dat er verschillende feitcodes, verschillende CJIB-nummers en verschillende namen van betrokkene zijn gebruikt.

Overwegingen

Artikel 3, tweede lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht bepaalt dat onder samenhangende zaken het volgende wordt begrepen: door een of meer belanghebbenden gemaakte bezwaren, die door het bestuursorgaan gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig zijn behandeld, waarin rechtsbijstand als bedoeld in artikel 1, onder a, is verleend door dezelfde persoon dan wel door een of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband en van wie de werkzaamheden in elk van die zaken (nagenoeg) identiek konden zijn.
Naar het oordeel van de kantonrechter is, gelet op het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ECLI:NL:GHARL:2022:3771, hier sprake van samenhangende zaken als bedoeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Er is geen aparte inspanning geweest in deze zaak. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard, waardoor er ook geen aanleiding is voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. de Brouwer, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2024.
Tegen deze beslissing in geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: