ECLI:NL:RBZWB:2024:6738

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 oktober 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
BRE 23/2114
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging aanslag forensenbelasting en niet-ontvankelijkheid beroep

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 3 oktober 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van 2 maart 2023 inzake de aanslag forensenbelasting 2021 beoordeeld. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de hem opgelegde aanslag voor de woning gelegen aan [adres] te [plaats 2]. De heffingsambtenaar heeft de aanslag echter op 10 november 2023 vernietigd, waardoor de rechtbank oordeelt dat de juistheid van de aanslag niet meer beoordeeld hoeft te worden. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep van de belanghebbende in zoverre niet ontvankelijk is.

De rechtbank behandelt ook het verzoek van de belanghebbende om een vergoeding van de kosten voor de bezwaar- en beroepsprocedure. Volgens artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht kan een vergoeding van de kosten alleen betrekking hebben op kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Aangezien de belanghebbende zelf bezwaar en beroep heeft ingesteld, is er geen sprake van dergelijke rechtsbijstand. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de heffingsambtenaar te veroordelen in de kosten, afgezien van het griffierecht.

De uitspraak wordt gedaan door mr. J.P.A. Boersma, in aanwezigheid van mr. M.M. van de Langerijt-Suurmeijer, griffier. De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk en bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan de belanghebbende vergoedt. Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/2114

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 oktober 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende] uit [plaats 1] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van Sabewa, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van 2 maart 2023 tegen de hem op opgelegde aanslag forensenbelasting 2021 voor de woning [adres] te [plaats 2] .
1.1.
De heffingsambtenaar heeft de aanslag na het instellen van beroep vernietigd op 10 november 2023.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep ter zitting behandeld op 2 oktober 2024. Belanghebbende heeft een bericht van verhindering gezonden. Namens de heffingsambtenaar is niemand verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

2. Nu de heffingsambtenaar de in geschil zijnde aanslag heeft vernietigd, behoeft de juistheid van de aanslag geen beoordeling meer en is het beroep in zoverre niet ontvankelijk. Belanghebbende heeft nog verzocht om een uitspraak van de rechtbank om een vergoeding van de kosten voor de bezwaar- en de beroepsprocedure en een beoordeling van de handelwijze van de heffingsambtenaar.
3. Op grond van artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht kan een vergoeding van de kosten voor de behandeling van een bezwaar of beroep uitsluitend betrekking hebben op de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (en enkel andere omschreven kosten). Belanghebbende heeft zelf bezwaar en beroep ingesteld zodat geen sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Onder deze omstandigheden ziet de rechtbank geen aanleiding de heffingsambtenaar te veroordelen in kosten voor de behandeling van het bezwaar of beroep (afgezien van het griffierecht). Het feit dat de heffingsambtenaar, naar belanghebbende stelt, onzorgvuldig is overgegaan tot het opleggen van de aanslag en het ongegrond verklaren van het bezwaar is geen reden voor een ander oordeel.

Beslissing

De rechtbank
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan belanghebbende vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.P.A. Boersma, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M. van de Langerijt-Suurmeijer, griffier, op 3 oktober 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.