ECLI:NL:RBZWB:2024:65

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 januari 2024
Publicatiedatum
8 januari 2024
Zaaknummer
AWB- 22_5526
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschiktheid voor arbeid en recht op Ziektewetuitkering na medische beoordeling

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het UWV over de weigering van een Ziektewetuitkering. Eiseres had op 4 april 2022 een aanvraag ingediend voor een ZW-uitkering, maar het UWV weigerde deze aanvraag op de grond dat zij geschikt werd geacht voor haar eigen werk. Eiseres was van mening dat het UWV haar beperkingen niet correct had ingeschat en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar medische situatie, waaronder allergische astma en vermoeidheid na twee coronabesmettingen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 18 december 2023, waarbij zowel eiseres als haar gemachtigde en de gemachtigde van het UWV aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV op basis van een rapport van een verzekeringsarts B&B tot de conclusie was gekomen dat eiseres op 4 april 2022 geschikt was voor haar eigen werk. Eiseres had eerder een ZW-uitkering ontvangen, maar het UWV had deze stopgezet op basis van een medisch onderzoek. Eiseres voerde aan dat haar klachten onvoldoende waren meegenomen in de beoordeling en dat de geduide functies niet passend waren. De rechtbank oordeelde echter dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op een overtuigende wijze had gemotiveerd en dat er geen reden was om aan te nemen dat de beoordeling onzorgvuldig was.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen recht had op de ZW-uitkering. De rechtbank wees ook het verzoek om schadevergoeding af en bepaalde dat de proceskosten niet vergoed zouden worden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling door het UWV en de rol van de rechtbank in het toetsen van deze beoordelingen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND–WEST-BRABANT
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/5526

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. E. Türk),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Inleiding

Het UWV heeft de aanvraag van eiseres voor uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) per 4 april 2022 geweigerd, omdat zij vanaf deze datum geschikt wordt geacht tot het verrichten van haar arbeid.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 18 oktober 2022.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift en een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B).
De rechtbank heeft het beroep op 18 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het UWV. Ook was er een tolk aanwezig.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres is voor het laatst werkzaam geweest als productiemedewerker voor 27,74 uur per week. Terwijl zij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ontving, heeft zij zich op 19 februari 2020 ziekgemeld. Het UWV heeft eiseres een ZW-uitkering toegekend. Eiseres is vanwege een medisch onderzoek in verband met de Eerstejaars Ziektewetbeoordeling (EZWb) opgeroepen voor een spreekuur. Na dit medisch onderzoek heeft het UWV besloten dat eiseres met ingang van 20 april 2021 geen recht meer heeft op een ZW-uitkering omdat zij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. Het UWV heeft het bezwaar van eiseres tegen deze beslissing ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar ongegrond verklaard in de uitspraak van 15 december 2022. [1]
2. Op 4 april 2022 heeft eiseres zich ziekgemeld terwijl zij een WW-uitkering ontving. Na medisch onderzoek heeft het UWV de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat eiseres op 4 april 2022 geschikt is voor haar eigen werk waardoor zij geen recht heeft op een ZW-uitkering. Haar eigen werk zijn de voor eiseres passend geduide functies bij de EZWb: medewerker atelier, inpakster koekjes en medewerker bloemzaadproductie.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts B&B van 17 oktober 2022
.

Wat vindt eiseres

5. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij stelt dat het bestreden besluit in strijd is met de geldende wet- en regelgeving en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Volgens eiseres is geen sprake van zorgvuldige besluitvorming. Eiseres geeft aan dat haar beperkingen zijn onderschat en dat geen rekening is gehouden met de bevindingen en diagnoses gesteld door [zorgorganisatie] . Zij meent meer beperkt te zijn in het persoonlijk en sociaal functioneren, alsmede op het gebied van fysieke beperkingen. Bovendien is ten onrechte geen urenbeperking aangenomen. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft zij (medische) informatie ingediend van een psychiater, fysiotherapeut, longarts en bewegingstherapeut.
6. Eiseres meent dat de geduide functies niet passend zijn en dat overleg had moeten plaatsvinden met een arbeidsdeskundige. Zij verzoekt het UWV te veroordelen tot een schadevergoeding in de vorm van de wettelijke rente.

Wat vindt de rechtbank

7. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres op 4 april 2022 geschikt is voor haar eigen werk waardoor zij geen recht heeft op een ZW-uitkering. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht.
8. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 4 april 2022 geschikt is voor haar eigen werk waardoor zij geen recht heeft op een ZW-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
9. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres in de rapporten op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd.
10. Eiseres stelt dat geen rekening is gehouden met haar allergische astma en allergieën. Zij verwijst hiervoor naar de brief van de longarts van 28 april 2023 waarin is vermeld dat sprake is van allergische astma, welke nog onvoldoende gereguleerd is. Er is sprake van een afname van de longfunctie. De longfunctie is matig obstructief met significante reversibiliteit waarvoor start foster. De CT-scan heeft alleen bronchopathie getoond. Het UWV heeft met deze omstandigheden volgens eiseres geen rekening gehouden bij de beoordeling of zij in staat is om een van de geduide functies te verrichten. Eiseres had deze klachten al wel op 4 april 2022, zij is hiervoor naar de huisarts geweest en de fysiotherapeut.
11. In het rapport van 3 augustus 2023 reageert de verzekeringsarts B&B op de beroepsgronden van eiseres. De verzekeringsarts B&B legt uit waarom de longproblematiek geen aanleiding geeft om aan te nemen dat eiseres niet arbeidsgeschikt is. Uit de medische informatie blijkt dat bij eiseres sprake is van allergische astma. Bij allergische astma treedt benauwdheid op bij het inademen van stoffen waarvoor eiseres allergisch is. Deze stoffen zorgen voor de aanmaak van de stof histamine, die een allergische reactie oproept. Andere stoffen, waar geen allergie voor is, zal niet voor de aanmaak van histamine zorgen en geen allergische reactie oproepen. Bij eiseres gaat het om de stoffen berk en huisstofmijt, zoals blijkt uit de medische informatie van 28 april 2023. De verzekeringsarts B&B stelt dat na bestudering van het Resultaat functiebeoordeling blijkt dat eiseres niet in aanraking komt met de stoffen waarvoor zij allergisch is. Verder stelt de verzekeringsarts B&B dat sprake is van een niet-eosinofiele allergische astma. Daarnaast stelt de verzekeringsarts B&B dat uit het longonderzoek van november 2022 blijkt dat sprake is van een matige obstructie van de longfunctie met significante reversibiliteit. Bij een spirometrisch aangetoonde reversibiliteit is sprake van een belangrijke toename van de longfunctie ten opzichte van de waarde vóór bronchusverwijding met medicatie. Hoewel eiseres nog niet volledig ingesteld is op de medicatie, is volgens de verzekeringsarts B&B gebleken dat de medicatie een positief effect heeft waardoor haar longklachten verminderen.
12. Verder is volgens eiseres te weinig rekening gehouden met het feit dat zij tweemaal corona heeft doorgemaakt als gevolg waarvan zij vermoeidheid ervaart en energetische beperkingen heeft. Zij heeft behandelingen bij een fysiotherapeut gehad en is doorverwezen naar de specialist longgeneeskunde. Verder is de medicatie voor de longproblematiek een aantal keer gewijzigd omdat deze niet aansloegen en geen verbetering bracht. Na de tweede coronabesmetting in februari 2022 heeft eiseres toegenomen last van vermoeidheid, futloosheid, hoofdpijn en doorslaapproblemen. De psychiater geeft aan dat deze klachten zowel bij de gegeven angststoornis als bij de somatisch symptoomstoornis kunnen horen. Ten onrechte zijn volgens eiseres geen beperkingen aangenomen op energetisch vlak wat betreft een urenbeperking. Ook als gevolg van de somatische symptoomstoornis, welke als matig is gekaderd, is volgens eiseres een urenbeperking geïndiceerd. Zij stelt dat in diverse rechtspraak bij de diagnose somatische symptoomstoornis een urenbeperking wordt aangenomen vanwege het feit dat een somatische symptoomstoornis wordt gekenmerkt door disproportionele en persisterende gedachten over de ernst van de klachten, een persisterende angst over de gezondheid of de klachten en het excessief veel tijd besteden aan deze klachten of aan de zorgen over de gezondheid. Dit kan aanleiding geven tot een verminderd energieniveau en daarnaast ook tot een verminderd aandacht- en concentratievermogen.
13. In het rapport van 3 augustus 2023 stelt de verzekeringsarts B&B dat er op grond van de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid (Standaard) geen medische reden is om een urenbeperking toe te kennen. Er is geen stoornis in de energiehuishouding door energietekort, te groot energieverbruik dan wel verminderde recuperatiemogelijkheden zoals bedoeld in de Standaard. Daarnaast blijkt uit de medische informatie van 26 januari 2022 dat de slaap is verbeterd door de medicatie. Ook blijkt volgens de verzekeringsarts B&B uit de hoorzitting dat er geen dagelijkse noodzaak is voor recuperatie, omdat eiseres niet altijd overdag slaapt. Verder betreft het licht fysieke arbeid, hetgeen energetisch langer vol te houden is. Volgens de verzekeringsarts B&B wordt de beperkte belastbaarheid van eiseres door de belasting in de geduide functies niet overschreden. Ook is er volgens de verzekeringsarts B&B geen sprake van verminderde beschikbaarheid voor arbeid in verband met opname of deeltijdtherapie. Daarnaast is, aldus de verzekeringsarts B&B, geen sprake van een aandoening waarbij een patroon tot grensoverschrijding bestaat of sprake is van zelfoverschatting of beperkt ziektebesef waarmee preventief een urenbeperking zou moeten worden aangenomen. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen. De stelling dat in diverse uitspraken een urenbeperking wordt aangenomen bij een somatische symptoomstoornis doet daar niet aan af. Een verzekeringsarts stelt de belastbaarheid vast op basis van de specifieke gezondheidssituatie van eiseres waarbij een diagnose niet leidend is. Uit het dossier blijkt dat de verzekeringsarts B&B bekend is met de somatische symptoomstoornis en de corona klachten. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist. Daarbij heeft het UWV ter zitting terecht opgemerkt dat de somatische symptoomstoornis al bij de EZWb bekend was bij het UWV. Dit blijkt onder andere uit de uitspraak van de rechtbank van 15 december 2022.
14. Eiseres stelt verder dat de functies niet passend zijn. In het aanvullend beroepschrift van 29 november 2023 heeft eiseres deze stelling nader toegelicht. Deze toelichting komt er – kort gezegd – op neer dat eiseres een beroep heeft gedaan op aspecten, waarvoor geen beperkingen zijn aangenomen in de FML of dat de belastbaarheid op de aspecten waarvoor wel beperkingen zijn aangenomen niet wordt overschreden. Ter zitting heeft eiseres gesteld dat kan worden aangenomen dat huisstofmijt vaak voorkomt op de werkvloer, vooral in grote ruimtes. Ook heeft eiseres ter zitting gesteld dat de verzekeringsarts B&B met een arbeidsdeskundige had moeten overleggen of de functies nog steeds passend zijn.
15. In het verweerschrift van 5 december 2023 stelt het UWV dat de beperkingen zoals neergelegd in de FML in verband met de EZWb niet zijn gewijzigd. De destijds geduide functies zijn daarom nog steeds passend voor eiseres. Omdat de FML niet is gewijzigd, is overleg met een arbeidsdeskundige ook niet vereist volgens het UWV. De rechtbank kan dit volgen en merkt op dat de gronden gericht tegen de functies al door de rechtbank in de uitspraak van 15 december 2022 zijn besproken. De rechtbank ziet geen aanleiding om hiervan af te wijken en verwijst naar deze uitspraak. [2]
16. De rechtbank vindt daarom dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres geschikt is voor haar arbeid.

Conclusie en gevolgen

17. Het UWV heeft terecht besloten dat eiseres op 4 april 2022 geschikt is voor haar eigen werk waardoor zij geen recht heeft op een ZW-uitkering.
18. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, wijst de rechtbank het verzoek om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente af en worden de door haar gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank;
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan op 3 januari 2024 door mr. M. de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. J.G.M. Koning, griffier.
De rechter is verhinderd de uitspraak
te ondertekenen.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Voetnoten

2.Zie met name rechtsoverweging 5.1-5.3.