ECLI:NL:RBZWB:2024:6273
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve herziening van aanslagen Inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen en Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
Op 11 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 23/9102 tot en met BRE 23/9104, waarbij de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeelt. De inspecteur had aan belanghebbende voor de jaren 2015 en 2016 aanslagen opgelegd voor de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, alsook voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Belanghebbende verzocht om ambtshalve herziening van deze aanslagen, maar de inspecteur wees dit verzoek af en verklaarde de bezwaren ongegrond.
De rechtbank heeft de beroepen op zitting behandeld op 30 augustus 2024, waarbij zowel de gemachtigde van belanghebbende als de inspecteur aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de aanslagen IB/PVV en Zvw voor het jaar 2015 terecht zijn opgelegd, en dat de inspecteur geen verlies uit werk en woning heeft vastgesteld. De rechtbank concludeert dat belanghebbende niet overtuigend heeft aangetoond dat de aanslagen te hoog zijn en dat de inspecteur redelijkerwijs kon uitgaan van de door hem geschatte inkomsten.
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat de aanslagen en de daarbij genomen besluiten in stand blijven. Ook de opgelegde boete en de beschikkingen belastingrente blijven in stand. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.