In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, de exploitant van een horecagelegenheid, tegen een voorschrift in de exploitatievergunning dat de sluitingstijd van het terras om 22.00 uur bepaalt. De burgemeester van de gemeente Hulst had deze vergunning verleend op 19 april 2024, na een aanvraag van eiser op 16 februari 2024. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, waarbij hij stelt dat hij niet verantwoordelijk is voor de overlast die door de vorige exploitant is veroorzaakt. De rechtbank heeft de zaak op 18 juli 2024 behandeld, waarbij eiser zonder zijn gemachtigde aanwezig was. De burgemeester werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en enkele overburen waren ook aanwezig.
De rechtbank overweegt dat er in het verleden meerdere meldingen zijn gedaan over overlast van de horecagelegenheid, waaronder geluid-, geur- en parkeeroverlast. De burgemeester heeft in zijn besluit voldoende gemotiveerd dat de woon- en leefsituatie in de omgeving mogelijk nadelig wordt beïnvloed door de exploitatie van de horecagelegenheid. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en concludeert dat de burgemeester in redelijkheid het voorschrift over de sluitingstijd van het terras heeft kunnen opnemen in de exploitatievergunning. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat het voorschrift in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.