ECLI:NL:RBZWB:2024:596

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
BRE 21/5222
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar inzake WOZ-waarde van een woning

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 19 oktober 2021. De heffingsambtenaar had bij beschikking van 26 februari 2021 de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres] te [plaats], vastgesteld op € 378.000 per 1 januari 2020. Tegelijkertijd werd aan de belanghebbende de aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2021 opgelegd. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar van de belanghebbende ongegrond.

De rechtbank heeft het beroep op 20 december 2023 behandeld, waarbij belanghebbende en haar echtgenoot aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar. Tijdens de zitting hebben partijen overeenstemming bereikt over de waarde van de woning, die per 1 januari 2020 voor het belastingjaar 2021 op € 366.000 dient te worden vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en zal dienovereenkomstig beslissen.

Aangezien het beroep gegrond is, komt de belanghebbende in aanmerking voor vergoeding van het griffierecht. Tevens zijn partijen overeengekomen dat de heffingsambtenaar de reiskosten van € 58,92 aan de belanghebbende zal vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.P.A. Boersma en openbaar gemaakt op 31 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Middelburg
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 21/5222
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 januari 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende]uit [plaats] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van Sabewa Zeeland, de heffingsambtenaar.

1.Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 19 oktober 2021.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 26 februari 2021 de waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] (de woning) op 1 januari 2020 (de waardepeildatum) vastgesteld op € 378.000. Tegelijk met deze waardevaststelling is aan belanghebbende de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Hulst voor het jaar 2021 opgelegd (de aanslag OZB).
1.3.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.4.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.5.
De rechtbank heeft het beroep op 20 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen belanghebbende en [naam 1] (echtgenoot van belanghebbende). Namens de heffingsambtenaar zijn verschenen [naam 2] en [taxateur] .

2.Overwegingen

2.1.
Partijen hebben ter zitting overeenstemming bereikt in die zin dat de waarde van de woning per 1 januari 2020 voor het belastingjaar 2021 dient te worden vastgesteld op € 366.000. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen en het beroep gegrond verklaren.
2.2.
Omdat het beroep gegrond is, komt belanghebbende in aanmerking voor vergoeding van het griffierecht. Daarnaast zijn partijen ter zitting overeengekomen dat de heffingsambtenaar de reiskosten ter hoogte van € 58,92 zal vergoeden aan belanghebbende.
Beslissing
De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • stelt de waarde van de woning vast op een bedrag van € 366.000;
  • vermindert de aanslag OZB dienovereenkomstig;
  • bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 49 aan belanghebbende moet vergoeden;
  • veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 58,92 aan proceskosten aan belanghebbende.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.P.A. Boersma, rechter, in aanwezigheid van R.P.H. Bukkems, griffier, op 31 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.