ECLI:NL:RBZWB:2024:5816
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na besluit college na beroep wegens niet tijdig beslissen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 augustus 2024, wordt het verzoek van verzoeker om een proceskostenveroordeling tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk beoordeeld. Verzoeker had eerder een beroep ingesteld wegens niet tijdig beslissen, maar trok dit beroep in nadat het college op 9 februari 2024 alsnog een besluit had genomen. De rechtbank oordeelt dat het college hiermee tegemoet is gekomen aan verzoeker, wat leidt tot een veroordeling in de proceskosten. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en kent een vergoeding van € 437,50 toe aan verzoeker, die door het college moet worden betaald. Daarnaast is het college verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 187,- te vergoeden. De rechtbank concludeert dat het college niet kan volhouden dat er geen sprake is van tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.