Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 augustus 2024 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaats], eiseres
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen, het college
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Bij het bestreden besluit heeft het college het bezwaar ongegrond verklaard, omdat artikel 50, tweede lid, van de Participatiewet een gebonden bevoegdheid betreft en er geen ruimte is voor een belangenafweging. Daarnaast kan eiseres weliswaar niet beschikken over het opgebouwde bedrag van de levensverzekering, maar in de jurisprudentie is bepaald dat een (kapitaal)verzekering, die dient tot aflossing van een hypothecaire geldlening in de toekomst en die daartoe verpand is aan de hypotheeknemer, betrokken moet worden bij de bepaling van het in de woning gebonden vermogen. Dat vermogen wordt vastgesteld door de waarde van de woning te verminderen met de hypothecaire geldschuld en te vermeerderen met de contante waarde van de kapitaalverzekering. Het is daarbij niet van belang of men kan beschikken over deze middelen. Gezien het feit dat dit type verzekeringen verbonden zijn aan (het aflossen van) de hypothecaire geldlening, brengen deze het bedrag van de hypothecaire schuld naar beneden. Daarom wordt de levensverzekering als positief vermogensbestanddeel aangemerkt.
Beoordeling door de rechtbank
Meegroeiverzekering: € 27.278,28 (positief)
- Meegroeihypotheek: € 100.000,- (negatief)
€ 26.186,84 is dan ook terecht als geldlening verstrekt, omdat het in de woning gebonden vermogen met dit bedrag de vrijlating van € 64.100,- overstijgt.
Belangenafweging
Conclusie en gevolgen