In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres over de toekenning van de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Eiseres, geboren in 1930, heeft op 16 mei 2022 melding gemaakt van haar verhuizing en de wens om huishoudelijke hulp aan te vragen. De Bevelanden heeft haar met een besluit van 2 januari 2023 huishoudelijke hulp toegekend voor twee uur per 14 dagen voor de periode van 29 december 2022 tot en met 31 december 2023. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bezwaar is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 24 juli 2024 behandeld, maar partijen zijn niet verschenen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is wegens het ontbreken van procesbelang. Dit is gebaseerd op de overweging dat de periode waar het beroep op ziet al verstreken is en dat zorg in natura niet met terugwerkende kracht kan worden verleend. Eiseres heeft geen schade geleden en er is geen bewijs dat een inhoudelijk oordeel nog van belang kan zijn voor een toekomstige aanvraag. De rechtbank concludeert dat er geen procesbelang is en verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling plaatsvindt. Eiseres krijgt het griffierecht niet terug en ontvangt geen vergoeding van haar proceskosten.