In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag zorgtoeslag voor het jaar 2021. De Dienst Toeslagen heeft op 13 juli 2023 besloten om de aanvraag voor zorgtoeslag af te wijzen, omdat de indieningstermijn op 1 mei 2023 was verstreken. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de Dienst Toeslagen verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 23 mei 2024 heeft eiser verklaard dat hij de aanvraag te laat heeft ingediend omdat hij in afwachting was van een beslissing van de Belastingdienst over zijn aanslag inkomstenbelasting. Hij heeft contact gehad met de Belastingtelefoon, waar hem werd verteld dat hij zorgtoeslag kon aanvragen tot zes maanden na de nieuwe aanslag. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag niet tijdig is ingediend en dat er geen wettelijke mogelijkheid is om van de indieningstermijn af te wijken. De rechtbank concludeert dat de Dienst Toeslagen terecht heeft beslist dat eiser geen recht heeft op zorgtoeslag voor het jaar 2021. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en eiser krijgt geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten.