ECLI:NL:RBZWB:2024:5418
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een vrijstaande woning in Reimerswaal
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 augustus 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, een vrijstaande woning in Reimerswaal, vastgesteld op € 282.000 per 1 januari 2022. De belanghebbende was het niet eens met deze waardevaststelling en stelde dat de waarde te hoog was, waarbij hij een waarde van € 225.000 verdedigde. De rechtbank heeft het beroep op 16 juli 2024 behandeld, waarbij zowel de belanghebbende als de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de vastgestelde waarde, onder andere door middel van een waarderapport dat op 31 mei 2024 door een taxateur is opgesteld. Dit rapport baseerde de waarde op vergelijkingen met referentiewoningen die recentelijk waren verkocht. De rechtbank oordeelt dat de referentiewoningen voldoende vergelijkbaar zijn met de woning van de belanghebbende, met uitzondering van één referentiewoning die te veel afweek in perceeloppervlakte en uitstraling.
De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar in voldoende mate rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de woningen en dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen gehandhaafd blijven. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding en het griffierecht wordt niet vergoed.