Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 augustus 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.
Algemeen
Inleiding
de woning) op 1 januari 2021 (de waardepeildatum) vastgesteld op € 209.000. Tegelijk met deze waardevaststelling is aan belanghebbende ook de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Tilburg voor het jaar 2022 opgelegd (de aanslag OZB).
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
oordeel van de rechtbankheeft de heffingsambtenaar aannemelijk gemaakt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. De heffingsambtenaar krijgt dus gelijk. Belanghebbende krijgt ongelijk.
vergelijkingsmethode. Dat is ook de juiste methode voor dit object.
objectafbakening. Daar gaat de rechtbank hieronder op in.
aof onderdeel
bbedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
aof onderdeel
bbedoelde eigendommen of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;
in het onderhavige jaareen samenstel als bedoeld in artikel 16 onderdeel d van de Wet WOZ. De rechtbank concludeert dat de door de heffingsambtenaar gehanteerde objectafbakening klopt. De rechtbank wijst partijen erop dat dit voor andere jaren anders kan zijn.