Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 juli 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten
participatiemaatschappijen
en handelskredieten
op participatiemaatschappijen
en handelskredieten
Motivering
De bewijslast
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2018 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van nihil;
- vernietigt de belastingrentebeschikking;
- wijst het verzoek om een schadevergoeding af;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van de proceskosten van belanghebbende van € 2.998;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden.