ECLI:NL:RBZWB:2024:4756
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de werking van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van tiny houses
Op 11 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena. Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het college van 10 juni 2024, waarbij een omgevingsvergunning is verleend voor het plaatsen van 7 tiny houses nabij een specifiek adres in plaats 2. Tevens hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen zitting heeft plaatsgevonden op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft de omgevingsvergunning van 26 januari 2024 eerder geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Het college heeft op 10 juni 2024 een nieuw besluit genomen, waarbij de omgevingsvergunning opnieuw is verleend.
Gezien de betrokken belangen en de noodzaak van onverwijlde spoed, heeft de voorzieningenrechter besloten de werking van het bestreden besluit te schorsen tot uiterlijk twee weken na de zitting waarop het verzoek om een voorlopige voorziening zal worden behandeld. Dit betekent dat vergunninghoudster tot die tijd geen gebruik mag maken van de verleende omgevingsvergunning en geen tiny houses mag plaatsen. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.