Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- te verklaren voor recht dat de rechtsverhouding tussen partijen aangemerkt moet worden als een rechtsverhouding gebaseerd op een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 7:610 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW);
- te verklaren voor recht dat er tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt voor zes 24-uursdiensten per maand met een bruto maandsalaris van
- het ontslag op staande voet op 26 februari 2024 te vernietigen;
- [verweerder] te veroordelen om binnen een week na betekening van de beschikking [verzoekster] onvoorwaardelijk en volledig in staat te stellen de bedongen arbeid van zes vaste diensten per maand te verrichten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 per dag voor elke dag dat [verweerder] niet voldoet aan de in deze procedure tegen haar uitgesproken veroordeling;
- [verweerder] te veroordelen aan [verzoekster] te betalen een bedrag van € 20.991,00 bruto per maand vanaf 4 februari 2024 tot aan de dag waarop de tussen partijen geldende arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen telkens vanaf de dag der verschuldigdheid;
- [verweerder] te veroordelen in de proceskosten, het salaris van de gemachtigde en de nakosten daaronder begrepen;
- te verklaren voor recht dat tussen partijen thans een overeenkomst van opdracht geldt voor het in opdracht van [verweerder] door [verzoekster] verrichten van vijf vaste diensten per maand op basis van een vergoeding van € 3.498,50 per dienst;
- [verweerder] te veroordelen om binnen een week na betekening van de beschikking [verzoekster] onvoorwaardelijk en volledig in staat te stellen bij [verweerder] vijf vaste diensten per maand te verrichten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van
- [verweerder] te veroordelen aan [verzoekster] te betalen een bedrag van € 17.492,50 per maand vanaf 4 februari 2024 tot aan de dag waarop de tussen partijen geldende overeenkomsten van opdracht rechtsgeldig zijn geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen telkens vanaf de dag der verschuldigdheid;
- [verweerder] te veroordelen in de proceskosten, het salaris van de gemachtigde en de nakosten daaronder begrepen.
4.De beoordeling
kunnenpartijen een geschil voorleggen voor arbitrage aan het Scheidsgerecht Gezondheidszorg. De term “kunnen” geeft partijen het recht om te kiezen voor arbitrage, maar zij zijn daartoe niet verplicht. [verzoekster] behoudt daarom het recht om geschillen aan de kantonrechter voor te leggen. De kantonrechter is bevoegd om van dit geschil kennis te nemen.