ECLI:NL:RBZWB:2024:455
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken erfgenaam of gemachtigde
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de ontvanger van de Belastingdienst. De ontvanger had op 19 maart 2019 een beschikking aansprakelijkstelling afgegeven voor onbetaalde belastingschulden ten name van een besloten vennootschap, met een totaalbedrag van € 266.603. De rechtbank heeft de belanghebbende en de ontvanger uitgenodigd voor een zitting, maar de gemachtigde van de belanghebbende heeft op 14 februari 2023 aangegeven dat hij niet langer gemachtigd is, omdat de belanghebbende is overleden op 13 december 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen erfgenamen of andere belanghebbenden zijn die de procedure willen voortzetten. Er is een bericht in de Staatscourant geplaatst om eventuele belanghebbenden te verzoeken zich te melden, maar niemand heeft gereageerd. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 22 december 2023, maar niemand is verschenen. De rechtbank concludeert dat het ontbreken van een erfgenaam of gemachtigde betekent dat het processuele belang aan de beoordeling van het beroep is komen te ontvallen. Daarom wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. S.J. Willems-Ruesink en openbaar gemaakt op 30 januari 2024.