Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 juni 2023;
- de mondelinge behandeling op 16 november 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden en waarop mrs. Steehouwer en Prop spreekaantekeningen hebben overgelegd en voorgedragen en waarop [eiseres] de vooraf toegezonden akte houdende vermeerdering van eis heeft genomen.
2.De feiten
€ 75.000,00 toe aan [naam] , waarna deze door vermenging tenietgaat. Wegens overbedeling moet [naam] € 50.000,00 uitkeren aan [eiseres] . Deze vordering van [eiseres] op [naam] wordt omgezet in een geldlening. Tot zekerheid daarvan zal moeder ten behoeve van [eiseres] recht van derde-hypotheek vestigen op haar woning. De hoofdsom wordt onder meer opeisbaar één jaar na overlijden van moeder.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- griffierecht € 1.301,00
- kosten dagvaarding € 134,72
- salaris advocaat € 1.228,00 (2 punten à € 614,00; liquidatietarief II)
- nakosten