Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 januari 2024 in de zaken tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] ([land]), belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
De bezwaren tegen de overige naheffingsaanslagen en belastingrente- en boetebeschikkingen zijn door de inspecteur ongegrond verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
4.3 Belanghebbende heeft tot eind 2019 zeven evenementen in heel Europa bezocht en van deelnemers gehoord dat zij interesse hadden om een plaats in zijn legervoertuig te huren voor de duur van een evenement. Er is geen reclame voor zijn onderneming gemaakt, anders dan door mond-tot-mond reclame door deelnemers tijdens evenementen.
4.4 Vanwege de Covid-19 pandemie zijn alle evenementen in 2020 geannuleerd en heeft belanghebbende in zijn onderneming geen omzet gegeneerd. In 2021 is het legervoertuig verkocht en zijn de activiteiten door belanghebbende gestaakt.
4.5 Belanghebbende heeft geen omzet aangegeven op de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 april 2019 tot en met 31 december 2020 maar wel voorbelasting in aftrek gebracht.
Motivering
Bewijslastverdeling
Is belanghebbende ondernemer voor de omzetbelasting?
eenieder die, op ongeacht welke plaats, zelfstandig een economische activiteit verricht, ongeacht het oogmerk of het resultaat van die activiteit”.Aan de begrippen “bedrijf” in de Wet OB en “economische activiteit” in de Btw-richtlijn moet dezelfde betekenis worden toegekend [2] .
Hieruit volgt dat iemand die uitsluitend diensten levert zonder dat hij daarvoor een tegenprestatie ontvangt (niet onder bezwarende titel), niet naar duurzame opbrengsten streeft en dus geen economische activiteit verricht.
Wat betekent dit voor de belastingrentebeschikkingen?
Wat betekent dit voor de boetebeschikkingen?
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.M.A.M. van Meer, griffier, op 31 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.