ECLI:NL:RBZWB:2024:4401

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 juni 2024
Publicatiedatum
27 juni 2024
Zaaknummer
02-129316-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor grooming en bezit van kinderporno met gevangenisstraf en taakstraf

Op 28 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 66-jarige verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan grooming en het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 18 tot en met 22 mei 2023 via Facebook Messenger seksueel getinte berichten heeft gestuurd naar twee minderjarige meisjes, van wie één elf en de ander twaalf jaar oud was. Hij heeft hen voorgesteld om elkaar te ontmoeten met het oogmerk om seksuele handelingen te verrichten. De verdachte is op het afgesproken tijdstip naar de ontmoetingsplek gegaan, waar hij werd opgewacht door een zogenaamde 'pedojager'.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte op 22 mei 2023 kinderporno in zijn bezit had, wat werd aangetroffen op zijn in beslag genomen telefoon. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 180 dagen geëist, waarvan 135 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 150 uren. De rechtbank heeft deze strafeisen grotendeels overgenomen, maar voegde ook bijzondere voorwaarden toe, waaronder een ambulante behandelverplichting en toezicht door de reclassering.

De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het risico op recidive, ondanks het advies van de psycholoog en de reclassering dat het recidiverisico laag was. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 133 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 150 uren, met bijzondere voorwaarden om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/129316-23
vonnis van de meervoudige kamer van 28 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1957 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
raadsvrouw mr. G. Kaya, advocaat te Roosendaal.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 14 juni 2024, waarbij de officier van justitie, mr. M.C. Fimerius, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
feit 1:zich in de periode van 18 tot en met 22 mei 2023 schuldig heeft gemaakt aan grooming van de elfjarige [slachtoffer 1] of een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt;
feit 2:zich in de periode van 1 tot en met 16 januari 2023 schuldig heeft gemaakt aan grooming van de twaalfjarige [slachtoffer 2] of een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt;
feit 3:op 22 mei 2023 kinderporno in zijn bezit heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan hem tenlastegelegde feiten heeft begaan. Verdachte heeft via Facebook Messenger seksueel getinte berichten gestuurd naar twee adressen, die gekoppeld waren aan de elfjarige [slachtoffer 1] en de twaalfjarige [slachtoffer 2] . Daarbij heeft hij met hen een afspraak gemaakt voor een ontmoeting, met de bedoeling om seksuele handelingen met hen te verrichten. Daarnaast zijn er kinderpornografische afbeeldingen en films aangetroffen op de inbeslaggenomen telefoon van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich voor de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld, zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Ten aanzien van feiten 1 en 2
Juridisch kader grooming
Voor een bewezenverklaring van grooming als bedoeld in artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht is vereist dat aan een minderjarige, die de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, een ontmoeting wordt voorgesteld met het oogmerk om met die minderjarige ontuchtige handelingen te plegen. Daarnaast moet de verdachte handelingen verrichten gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting. Zo’n handeling kan bestaan uit het voorstellen van een plaats en tijd voor de ontmoeting en/of het verstrekken van instructies om naar de plaats van ontmoeting te komen en/of het uitoefenen van druk om de ontmoeting daadwerkelijk te laten plaatsvinden. De lat om te mogen aannemen dat sprake is van enige handeling die is gericht op het verwezenlijken van de ontmoeting, ligt niet hoog. Voldoende is dat met de handeling het voornemen om fysiek seksueel contact met de minderjarige te hebben, in enige mate meer concreet vorm krijgt (vgl. ECLI:HR:2019:1158).
Deze zaakDe rechtbank stelt vast dat verdachte in de ten laste gelegde periodes via social media met de destijds twaalfjarige [slachtoffer 2] (feit 2) en elfjarige [slachtoffer 1] (feit 1) contact heeft gehad en seksueel getinte gesprekken heeft gevoerd. Daarbij heeft hij gevraagd om af te spreken om seks te hebben, aangegeven wanneer hij beschikbaar was en concrete voorstellen gedaan. Verdachte heeft met beide meisjes uiteindelijk ook daadwerkelijk een afspraak gemaakt voor een ontmoeting en is ook op het overeengekomen tijdstip naar de plek gegaan waar hij met hun had afgesproken. Daar is hij vervolgens beide keren opgewacht door iemand die zich “pedojager” noemt. Uit het dossier valt niet af te leiden of [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] daadwerkelijk bestaan en de rechtbank houdt het ervoor dat verdachte contact heeft gehad met virtuele creaties.
Oogmerk?
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of verdachte de ontmoeting met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] heeft geregeld met het oogmerk ontuchtige handelingen met hen te plegen.
Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij weliswaar de berichten heeft verzonden, maar dat hij nooit de intentie heeft gehad daadwerkelijk met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] seks te hebben. Hij wilde alleen met de meisjes praten. Hij wilde weten wie zij waren, hoe zij eruit zagen en waarom zij met hem, een man van 66 jaar, wilden afspreken.
Dat verdachte niet daadwerkelijk met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] heeft willen afspreken voor seks, acht de rechtbank niet aannemelijk. De aard en inhoud van de gesprekken met de meisjes laten moeilijk een andere conclusie toe dan dat de gesprekken gericht waren op het daadwerkelijk laten plaatsvinden van een seksafspraak. In de gesprekken ging het immers over wat verdachte prettig vond op seksueel gebied en welke seksuele handelingen hij bij hun wilde verrichten tijdens de fysieke ontmoeting. Zo stuurde verdachte onder andere naar [slachtoffer 2] :
‘Waar zou je willen afspreken bij jou of bij mij. Mag ik je dan ook aanraken. Ik wil je graag zien, Mag ik dan ook aan je voelen’, ‘
Zou ik er ook aan mogen likken. Zou het wel fijn vinden. Heb nog nooit zo’n jong kutje gehad
en

Mag ik mijn lul in je kutje stoppen. Zou wel fijn zijn. Zo’n strak kutje. Ga je eerst lekker beffen’.
Naar [slachtoffer 1] stuurde verdachte onder meer:

Jij bent jonger, pas 11 jaar. Jij bent nog onschuldiger, dus interessant voor mij

Met een jong meisje wel. Zij was 13. Zij vond het heel leuk. Vind jij het spannend
en
‘Eerst wat kussen en elkaar aanraken, ik haar borsten en kutje, zij mijn lul. Daarna bij elkaar likken. Ze werd zo geil dat ze geneukt wilde worden. Jij bent pas 11 jaar. Dus moeten we even kijken wat er mogelijk is’.
Deze berichten kunnen niet anders worden geïnterpreteerd dan dat deze waren gericht op het maken van een seksafspraak en het hebben van seks. Dit maakt dat bij de rechtbank geen twijfel bestaat dat verdachte een ontmoeting met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] heeft geïnitieerd met als doel seks te hebben, terwijl hij op de hoogte was van hun zeer jeugdige leeftijd. Vervolgens heeft verdachte ook handelingen ondernomen om deze ontmoetingen te laten plaatsvinden. Zo heeft hij – althans zo dacht hij – met beide meisjes op het [locatie] in Breda afgesproken. Verdachte is daar ook daadwerkelijk heengegaan.
Conclusie
De rechtbank acht beide feiten derhalve wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 3
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte en de overige bewijsmiddelen in het dossier acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderporno.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
in de periode van 18 mei 2023 tot en met 22 mei 2023 te Breda, met gebruikmaking van een geautomatiseerd werk of communicatiedienst (te weten Facebook Messenger) aan
een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die virtuele creatie die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt te plegen, terwijl hij verdachte, enig
ehandeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, immers heeft verdachte,
- via Facebook Messenger contact gelegd met ‘ [slachtoffer 1] ’ en contact onderhouden met ‘ [slachtoffer 1] ’ en
- met die ‘ [slachtoffer 1] ’ afspraken gemaakt met betrekking tot een tijdstip en locatie om elkaar te ontmoeten en
- aan die ‘ [slachtoffer 1] ’ bericht wat voor seksuele handelingen hij, verdachte, eerder met een 13 jarig meisje heeft verricht en zij bij hem en
- aan die ‘ [slachtoffer 1] ’ voorgesteld een rokje te dragen zonder slipje en die ‘ [slachtoffer 1] ’
gevraagd zich lekker schoon te maken voor hun afspraak en
- zich op het afgesproken tijdstip naar de afgesproken locatie begeven;
2
in de periode van 1 januari 2023 tot en 16 januari 2023 te Breda, met gebruikmaking van een geautomatiseerd werk of communicatiedienst (te weten Facebook Messenger) aan
een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die virtuele creatie die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt te plegen, terwijl hij verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, immers heeft verdachte,
- via Facebook Messenger contact gelegd met ‘ [slachtoffer 2] ’ en contact onderhouden met ‘ [slachtoffer 2] ’ en
- met die ‘ [slachtoffer 2] ’ afspraken gemaakt met betrekking tot een tijdstip en locatie om elkaar te ontmoeten en
- tegen die ‘ [slachtoffer 2] ’ gezegd dat hij, verdachte, haar eerst lekker gaat beffen en
zijn lul in haar kutje gaat stoppen en
- zich op het afgesproken tijdstip naar de afgesproken locatie begeven;
3
op 22 mei 2023 te Breda afbeeldingen, te weten foto's en video's, en een
gegevensdrager (te weten een Samsung Galaxy A21s) bevattende afbeeldingen
in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon geheel naakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een houding die niet bij haar leeftijd past en/of door de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films en/of door
het camerastandpunt nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borsten in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (te weten oa foto 2 [bestandsnaam 1] en/of foto 3 [bestandsnaam 2] ).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 180 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 135 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Daarnaast vordert zij een taakstraf van 150 uren subsidiair 75 dagen hechtenis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt bij een bewezenverklaring rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, namelijk dat hij een
first offenderis, na zijn voorlopige hechtenis social media heeft vermeden, trouw naar de afspraken met de reclassering is gegaan en thans dagbesteding heeft. Hij verzorgt zijn 83-jarige moeder, die als enige nog contact met hem wenst te onderhouden. De verdediging is van mening dat een geheel voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde voorwaarden, gelet op deze omstandigheden, passend is. Indien de rechtbank dit verzoek niet volgt, wordt verzocht aan verdachte een taakstraf op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan grooming. Hij heeft in januari 2023 via Facebook Messenger contact gezocht met – althans zo dacht hij – de twaalfjarige [slachtoffer 2] . Verdachte heeft haar seksueel getinte berichten gestuurd en voorgesteld om elkaar fysiek te gaan ontmoeten. Duidelijk was dat het doel hiervan was om seksuele handelingen met hun te verrichten. Verdachte, die op dat moment zelf 66 jaar oud was, is op het afgesproken tijdstip naar de afgesproken plek gegaan. Aldaar werd hij geconfronteerd met een pedojager.
Die confrontatie is gefilmd en op Facebook gezet. De politie heeft naar aanleiding van dat filmpje nader onderzoek verricht en verdachte aangehouden. Die aanhouding heeft echter kennelijk weinig indruk op verdachte gemaakt. In mei 2023 heeft verdachte namelijk opnieuw contact gezocht met een – althans zo dacht hij – minderjarig meisje, de destijds elfjarige [slachtoffer 1] . Ook naar haar heeft hij seksueel getinte berichten gestuurd en heeft hij aangestuurd op een ontmoeting. Hij is ook naar die afspraak toegegaan. Daar is hij vervolgens wederom opgewacht door een pedojager en door de politie aangehouden.
Verdachte heeft zich bij zijn handelen kennelijk laten leiden door zijn seksuele fantasieën en heeft er niet bij stilgestaan dat dergelijk handelen kan zorgen voor psychische schade bij een minderjarige en een normale seksuele ontwikkeling in de weg kan staan. Dat de personen met wie verdachte afsprak in werkelijkheid geen meisjes van elf en twaalf jaar oud maar, naar de rechtbank aanneemt, virtuele creaties waren, doet aan het kwalijke gedrag van verdachte niet af.
Daarnaast is er bij verdachte kinderporno aangetroffen. Het moge duidelijk zijn dat de rechtbank ook aan het voorhanden hebben van kinderporno zwaar tilt. Kinderporno is bijzonder ongewenst omdat daarachter een wereld schuil gaat van ernstig seksueel misbruik van soms hele jonge kinderen. Het (psychische) leed wat daarbij aan die kinderen wordt aangedaan, is vaak niet te overzien en laat voor de rest van hun leven diepe sporen na. Om dit alles heeft verdachte zich kennelijk op geen enkel moment bekommerd. Hij heeft in ieder geval niet ingezien dat door het bezit van kinderporno de productie daarvan wordt gestimuleerd en in stand gehouden. Hij heeft zich alleen laten leiden door zijn eigen behoeften.
Het strafblad
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank betrekt bij de straftoemeting ook het over verdachte opgemaakte rapport van klinisch psycholoog drs. [naam 1] van 1 september 2023. Uit dit rapport blijkt dat verdachte niet lijdt aan een stoornis, zodat de feiten hem volledig kunnen worden toegerekend. Volgens de psycholoog is er sprake van een in principe laag recidiverisico, maar deze constatering behoeft wel nuancering. De delicten zijn weliswaar te kenmerken als hands-off delicten, maar verdachte heeft wel gepoogd om met twee verschillende meisjes af te spreken. Verdachte is dus in staat gebleken verder te gaan dan alleen maar chatten. Verdachte was tijdens het onderzoek verder afhoudend en gesloten over zijn gedrag en ontkent iedere vorm van expliciete seksuele opwinding. Daarnaast beschikt verdachte over een buitengewoon beperkt sociaal netwerk. Hij woont alleen en heeft nauwelijks vrienden. Hij heeft ook geen contact meer met zijn kinderen.
De psycholoog heeft zich onthouden van advies voor interventies die de kans op herhaling zouden kunnen beperken, maar heeft wel opgemerkt dat verdachte gebaat zou zijn bij begeleiding vanuit de gemeente Breda en het Algemeen Maatschappelijk Werk, mogelijk ook door een vorm van tijdelijk voortgezet toezicht vanuit de reclassering.
Verder slaat de rechtbank acht op het rapport van de reclassering van 28 september 2023. Uit dit rapport blijkt dat er sprake is van een beginnend delictpatroon. De aanhouding in januari 2023 en het advies om tijdelijk ergens anders te wonen, hebben geen remmende werking op verdachte gehad, nu hij in mei 2023 in herhaling is gevallen. Er is sprake van eenzaamheid en een beperkt sociaal (ondersteunend) netwerk. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het zoeken van contact op social media met vrouwen en minderjarige meisjes. Volgens de reclassering is er sprake van een laaggemiddeld recidiverisico omdat de negatieve gevolgen (het voorarrest en de naderende zitting) indruk op verdachte hebben gemaakt. De reclassering heeft daarbij wel opgemerkt dat de impact van zijn aanhouding in januari 2023 uiteindelijk ook is vervaagd en dat hij in mei 2023 in soortgelijk gedrag is teruggevallen, ondanks dat hij wist dat het strafbaar was.
Geadviseerd wordt aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, de verplichting zich in te spannen voor het vinden en behouden van (vrijwilligers)werk met een vaste structuur en het vermijden van contact met minderjarigen. Omdat er sprake is van een laaggemiddeld recidiverisico, wordt een behandeling niet noodzakelijk geacht.
Ter zitting heeft deskundige [naam 2] , toezichthouder bij de reclassering, daaraan nog toegevoegd dat het contact van verdachte met zijn moeder inmiddels is hersteld. Ook is er contact met de gemeente over de dagbesteding van verdachte.
De rechtbank beoordeelt het risico op recidive hoger dan de psycholoog en de reclassering. Verdachte heeft de feiten in een relatief kort tijdsbestek achter elkaar gepleegd en uit zijn houding ter terechtzitting is nauwelijks gebleken van enige spijt. Voorts lijkt verdachte de ernst van zijn handelen niet goed in te zien en niet echt te begrijpen waarom de door hem gepleegde handelingen strafbaar zijn. De rechtbank schat het risico daarom op zijn minst in als gemiddeld.
De straf
Gelet op de aard en ernst van de feiten en de straffen die doorgaans voor soortgelijke feiten worden opgelegd, acht de rechtbank een gevangenisstraf noodzakelijk. De rechtbank is van oordeel dat een deel van de straf voorwaardelijk moet worden opgelegd, om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen en om het opleggen van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden mogelijk te maken.
De rechtbank acht het, anders dan de reclassering, van belang dat verdachte ook een behandeling ondergaat. Die behandeling was aanvankelijk ook als voorwaarde bij de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte opgelegd. Daar is toen echter geen uitvoering aangegeven, omdat het recidiverisico werd ingeschat als laag. De rechtbank beoordeelt dit anders, zoals hierboven al uiteengezet. Op zitting is opgevallen dat verdachte moeite heeft om naar zichzelf te kijken als het gaat om de vraag wat het contact met minderjarige meisjes met zijn seksuele gevoelens doet. Ook externaliseert verdachte zijn gedrag. De rechtbank is dan ook van oordeel dat behandeling wenselijk en noodzakelijk is om herhaling te voorkomen.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 180 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 133 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd en een ambulante behandelverplichting passend en geboden is. Daarnaast zal zij aan verdachte een taakstraf opleggen voor de duur van 150 uren, te vervangen door 75 dagen hechtenis indien verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht.

7.Het beslag

7.1
De onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen telefoon vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met behulp van deze telefoon het onder 3 bewezenverklaarde feit is begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Met het terugzetten van de telefoon naar fabrieksinstellingen of het verwijderen van de bestanden kan niet worden gegarandeerd dat de kinderporno ook daadwerkelijk volledig van de telefoon is verwijderd. Er bestaan mogelijkerwijs manieren om de betreffende foto’s en filmpjes weer terug te halen. De rechtbank acht het ongewenst dat deze foto’s en filmpjes weer in het bezit komen van verdachte en zal daarom de onttrekking aan het verkeer van dit voorwerp bevelen.
7.2
De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van het inbeslaggenomen mes aan verdachte, aangezien dit voorwerp niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag is genomen. Het mes is immers niet gebruikt bij de bewezenverklaarde feiten.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 240b en 248e van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan iemand die zich, al dan niet met een technisch hulpmiddel, waaronder een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, voordoet als een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting;
feit 2:door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan iemand die zich, al dan niet met een technisch hulpmiddel, waaronder een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, voordoet als een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting;
feit 3:een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 133 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich uiterlijk binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Langendijk 39, 4819 EW Breda. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dit nodig vindt;
* dat verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van (vrijwilligers)werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
* dat verdachte op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, bespreekt hij dit eerst met de reclassering;
* dat verdachte zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
75 dagen;
Beslag-verklaart aan het verkeer onttrokken het volgende voorwerp:
* een telefoon (Samsung Galaxy A21s);
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
* een mes;
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos, voorzitter, mr. D.L.J. Martens en mr. K. Verschueren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.D.M. Bos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 juni 2024.
Mr. Schnitzler-Strijbos is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

10.Bijlage I

De tenlastelegging
1
hij in of omstreeks de periode van 18 mei 2023 tot en met 22 mei 2023 te Breda,
meermalen, althans eenmaal, met gebruikmaking van een geautomatiseerd werk
en/of communicatiedienst (te weten Facebook Messenger) aan
' [slachtoffer 1] " 11 jaar, in elk geval een persoon die de leeftijd van 16 jaar niet had bereikt
en/of een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van 16 jaar nog niet had
bereikt, in elk geval aan een persoon die zich voordeed als een persoon die de
leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het
oogmerk ontuchtinge handelingen met die " [slachtoffer 1] ", in elk geval met die
persoon/virtuele creatie die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt te plegen,
terwijl hij verdachte, enig handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van
die ontmoeting, immers heeft verdachte,
-via Facebook Messenger meermalen contact gelegd met " [slachtoffer 1] " en/of contact
onderhouden met " [slachtoffer 1] " en/of
-aan/met die " [slachtoffer 1] " meermalen voorstellen gedaan/afspraken gemaakt met
betrekking tot een tijdstip en/of locatie om elkaar te ontmoeten en/of
- aan die " [slachtoffer 1] bericht/gechat wat voor seksuele handelingen hij, verdachte, eerder
met een 13 jarig meisje heeft verricht en zij bij hem en/of
- aan die " [slachtoffer 1] " voorgesteld een rokje te dragen zonder slipje en/of die " [slachtoffer 1] "
gevraagd zich lekker schoon te maken voor hun afspraak en/of
-zich op het afgesproken tijdstip naar de afgesproken locatie begeven;
( art 248e Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 tot en 16 januari 2023 te Breda,
meermalen, althans eenmaal, met gebruikmaking van een geautomatiseerd werk
en/of communicatiedienst (te weten Facebook Messenger)aan
" [slachtoffer 2] ", 12 jaar, in elk geval een persoon die de leeftijd van 16 jaar niet had
bereikt en/of een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van 16 jaar nog niet
had bereikt, in elk geval aan een persoon die zich voordeed als een persoon die de
leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het
oogmerk ontuchtinge handelingen met die " [slachtoffer 2] ", in elk geval met die
persoon/virtuele creatie die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt te plegen,
terwijl hij verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van
die ontmoeting, immers heeft verdachte,
-via Facebook Messenger meermalen contact gelegd met " [slachtoffer 2] " en/of contact
onderhouden met " [slachtoffer 2] " en/of
-aan/met die " [slachtoffer 2] " meermalen voorstellen gedaan/afspraken gemaakt met
betrekking tot een tijdstip en/of locatie om elkaar te ontmoeten en/of
- tegen die " [slachtoffer 2] " gezegd dat hij, verdachte, haar eerst lekker gaat beffen en/of
zijn lul in haar kutje gaat stoppen en/of
-zich op het afgesproken tijdstip naar de afgesproken locatie begeven;
( art 248e Wetboek van Strafrecht )
3
hij op 22 mei 2023, te Breda, in elk geval in Nederland, meermalen, althans
eenmaal, afbeeldingen, te weten foto's enlof video's enlof films en/of (een)
gegevensdrager(s) (te weten een Samsung Galaxy A21s) bevattende afbeelding(en)
heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een commuriicatiedienst de
toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeeldiiig(en) (een) seksuele gedraging(en)
zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke
voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en)
geheel en/of gedeeltelijk naakt zijn en/of gekleed zijn in niet bij de leeftijd passende
kleding en/of poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp (en) en/of in een
onnatuurlijke houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij sadomasochistische elementen aanwezig zijn en/of waarbij deze
persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van
zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films en/of door
het camerastandpunt nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of
billen in beeld gebracht worden,(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar
seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(te weten oa foto 2 [bestandsnaam 1] en/of foto 3
[bestandsnaam 2] )
( art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht )