ECLI:NL:RBZWB:2024:424

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 januari 2024
Publicatiedatum
26 januari 2024
Zaaknummer
BRE 23/84
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 januari 2024, wordt het beroep van de belanghebbende, een inwoner van Duitsland, niet-ontvankelijk verklaard. Het beroepschrift was op 9 januari 2023 per e-mail ontvangen, en de rechtbank ging ervan uit dat het beroep gericht was tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht van € 50,- niet is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het instellen van beroep. De griffier had belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling en had hem de gelegenheid gegeven om het griffierecht te voldoen. Ondanks meerdere herinneringen, waaronder aangetekende brieven, heeft belanghebbende het griffierecht niet tijdig betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt er geen inhoudelijke beoordeling van het beroep gedaan. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/84

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 januari 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , Duitsland, belanghebbende,

en

De heffingsambtenaar van de gemeente Veere, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van belanghebbende. Het beroepschrift is per e-mail bij de rechtbank ontvangen op 9 januari 2023. De rechtbank gaat ervanuit dat belanghebbende bedoeld heeft beroep in te stellen tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting met [aanslagnummer] .
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft belanghebbende het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft belanghebbende bij brief van 2 februari 2023 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moet zijn voldaan. De griffier heeft vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 3 maart 2023 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. De brieven zijn ter griffie van de rechtbank retour ontvangen. De griffier van de rechtbank heeft belanghebbende per e-mail van 4 april 2023 erop gewezen dat postzendingen retour komen en verzocht (indien nodig) een juist correspondentieadres op te geven. Hier heeft belanghebbende niet op gereageerd.
De griffier heeft vervolgens bij brief van 26 april 2023 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Deze brief is zowel per gewone post als per aangetekende post verzonden. De enveloppe waarin deze brief aangetekend is verzonden, is ongeopend ter griffie terugontvangen met de aantekening ‘Niet afgehaald’. Deze brief is aangetekend verstuurd naar het door belanghebbende opgegeven adres.
5. Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Belanghebbende heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 26 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.