11.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
diefstal, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 30 (dertig) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich zal melden bij Reclassering Nederland te Middelburg en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht; de reclassering zal contact met hem opnemen voor de eerste afspraak;
* dat verdachte gedurende de proeftijd actief zal deelnemen aan de gedragsinterventie CoVa+, of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
* dat verdachte gedurende de proeftijd, zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
* dat verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald of onbetaald werk en/of school, met een vaste structuur. Zo nodig met hulp van een daartoe aangewezen organisatie, dit ter beoordeling van de reclassering. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen van die organisatie;
* dat verdachte meewerkt aan begeleiding en hulp bij praktische zaken zoals financiën, te bepalen door de reclassering. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen van die organisatie. Indien tijdens het toezicht blijkt dat andere interventies nodig zijn om de sociaal-maatschappelijke situatie van verdachte te verbeteren, is hij verplicht om hieraan zijn medewerking te verlenen;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
* 1 STK GSM, zwart, merk Apple, beslagnummer G2641424;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 9 september 2021 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 09-166812-20
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
30 ( dertig) dagen jeugddetentie;
- bepaalt dat deze ten uitvoer te leggen jeugddetentie zal worden
vervangendoor
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) dagen.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 1]van
€ 1.600,- (duizendzeshonderd euro), aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2023 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van [slachtoffer 1] , € 1.600,- (duizendzeshonderd euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 2 augustus 2023 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 26 (zesentwintig) dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[juwelier]van
€ 13.500,- (dertienduizendvijfhonderd euro) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2023 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [juwelier] € 13.500,- (dertienduizendvijfhonderd euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 2 augustus 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 102 (honderdtwee) dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.B. Scheltema Beduin, voorzitter, mr. J. Bergen en
mr. M.E. de Boer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Moggré-Hengst, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 19 juni 2024.
Mr. M.E. de Boer en de griffier zijn niet in de gelegenheid het vonnis te ondertekenen.