Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 juni 2024 in de zaak tussen
[eiser] en [eiseres] , uit [plaats] , eisers
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
moethet college de vergunning intrekken op grond van artikel 2.33, tweede lid van de Wabo.
kantrekken als de bouw gedurende 26 weken heeft stil gelegen. Dat betekent dat het college bij het nemen van een beslissing beoordelingsruimte heeft. Het college moet dus een belangenafweging maken. Het college heeft die bevoegdheid ingekaderd door het opstellen van beleidsregels. [2] Dit beleid werd ook al gevolgd voor de officiële vaststelling. In deze beleidsregels staat dat het college als de bouw na te zijn aangevangen meer dan een jaar stil ligt, de vergunning kan worden ingetrokken nadat het college de vergunninghouder om een schriftelijke of mondelinge zienswijze heeft gevraagd. In dit geval heeft de bouw minder dan 1 jaar stilgelegen zodat het beleid geen aanleiding geeft de vergunning in te trekken. Bovendien is de vergunninghouder tijdens een controle om een mondelinge zienswijze gevraagd en daarbij heeft hij aangegeven dat de bouw binnen afzienbare tijd weer verder zou gaan. De bouw is inmiddels ook voltooid. Dat leidt ertoe dat het college in redelijkheid kon besluiten tot het weigeren van het intrekken van de vergunning.